8616
bijzonder om te komen tot een aanpassing van de spaar-
rente aan de gestegen rentestand. En wat nog erger is, terwijl
wij enerzijds de last dragen van de lage-rente-politiek, wor
den wij tegelijkertijd door zware tiscale heffingen getroffen.
Het rendement van het spaargeld wordt immers bij de boe
renleenbanken belast met 20% en bij de Centrale Bank
met 50%.
Een dergelijke fiscale belasting is te zwaar zowel relatief
in vergelijking bijv. met de bondsspaarbanken, die niet aan
vennootschapsbelasting onderworpen zijn en absoluut, omdat
de reservevorming door een dergelijke fiscale belasting
wordt belemmerd. Vergeten wij immers niet, dat tenslotte
altijd een passende verhouding moet blijven bestaan tussen
het eigen kapitaal in de vorm van reserves enerzijds en de
uitzettingen in de vorm van credieten en voorschotten ander
zijds. Alnaargelang wij belemmerd worden door een pas
sende reservering het eigen kapitaal te vergroten, zullen ook
de uitzettingsmogelijkheden, zo van boerenleenbanken als
van Centrale Bank geringer zijn. Reeds heeft de Centrale
Bank zich, wat betreft de financiering der bedrijfscoöpera-
ties, beperkingen moeten opleggen en middels de uitgifte
van obligatieleningen, die gelukkig vlot werden opgenomen,
een stuk der gepleegde financieringen moeten afstoten, om
dat de toelaatbare grenzen in de verhouding tussen eigen
kapitaal en financieringen bedenkelijk dicht benaderd wer
den. De belangrijkste hervorming, die wij dan ook noodza
kelijk achten om de credietverleningsmogelijkheden van het
landbouwcrediet in overeenstemming te houden met de be
hoefte aan investerings- en bedrijfskapitaal bij land- en tuin
bouw is een verlichting van de tiscale lasten op het boeren-
leenbankbedrijf.
M.d.V. En toch mogen wij niet ontevreden zijn over de
bereikte resultaten. De rentewinst steeg, waarbij reeds enigs
zins van de stijgende rente kon worden geprofiteerd. Het
winstsaldo van de verlies- en winstrekening gaf wel een
lagere uitkomst te zien n.l. van 134.700,tegenover
494.000,een jaar tevoren. Wij mogen echter niet voorbij
zien, dat van laatstgenoemd winstsaldo 450.000,werd
bestemd ter versterking van de effectenreserve, hetgeen nu
a.h.w. vanzelfsprekend is geschied door het boekverlies van