8599
zekerheid, die het voortgezette dusgenaamde Korea-effect en
de voortgaande bewapening internationaal deden ontstaan.
„Binnenlands" zegt het Bestuur „volgde op een benauwen
de teruggang, die zich vooral uitte in slinkende deviezen
reserves, een merkwaardig redres. Consumptie- en investe
ringsbeperkingen werden te hulp geroepen om een dreigen
de ontreddering van de tinanciële situatie te keren". Het
Bestuur vestigt vervolgens de aandacht op de sedert het be
gin van 1951 in werking getreden credietbeperkingsmaatre-
gelen en de drastische disconto-verhoging in April van dat
jaar, waardoor de periode van lage rente een einde nam. De
kapitaalrente, die zich in het begin nog omtrent 334°/o voor
overheidsfondsen bewoog, steeg tot 4^°/o in de tweede
helft van het jaar. Kapitaalruimte maakte plaats voor kapitaal-
schaarste.
Het behoeft M.H. in deze omstandigheden niet te verwon
deren, dat de credietbeperkingsmaatregelen en het overleg
in verband met de voorbereiding van de wet betreffende het
toezicht op het credietwezen in aanzienlijke mate beslag heb
ben gelegd op de werkkracht van het Bestuur en vooral van
de Directie onzer Bank, zodat nauwelijks voldoende tijd
overbleef voor de verzorging van het zich steeds in omvang
en betekenis uitbreidende normale werk, waarmede bestuur
en directie zijn belast. Ik meen zelfs te mogen zeggen, dat de
behandeling der normale taak van Bestuur en Directie daar
door eigenlijk te zeer in het gedrang is gekomen.
Intussen mogen wij zeer erkentelijk zijn voor de grote in
spanning, die zich met name de Directie heeft getroost om de
nadelige gevolgen der credietbeperking zoveel mogelijk te
ondervangen. En dat daarbij niet te onderschatten resultaten
zijn behaald, zal U gebleken zijn uit de mededeling in het
jaarverslag, dat sedert September 1951 niet langer uitsluitend
de credietoverschrijding van de individuele boerenleenban
ken boven de gestelde limites bepalend is geworden voor
de verplichte credietopneming bij De Nederlandsche Bank,
doch mede de positie van de collectiviteit der aangesloten
boerenleenbanken. Daardoor werd bereikt, dat over een aan
zienlijk minder bedrag een hogere rente bij De Nederland-
