8596 verwerking van „surplus-product" werd een dergelijke leve ringsplicht als onmisbaar beschouwd. Ook in financieel opzicht overweegt sterk het zakelijk ka rakter van het Amerikaans coöperatiewezen en wel in dien zin, dat de schulden tegenover derden (zoals schuldeisers en banken) naar verhouding gering zijn, alhoewel het kan voor komen, dat de eigen kapitaalpositie betrekkelijk gering is bij een grote schuld aan de boeren-leden. In zover deze schuld als aandelenkapitaal uitstaat, behoeft daartegen uit financieel-technisch standpunt geen bezwaar te bestaan. Ook maakt het de indruk, dat in de verhouding tussen be stuur en stafpersoneel het zakelijk standpunt domineert. Waarschijnlijk is de staf van deskundig personeel bij de Amerikaanse coöperatie naar verhouding groter dan in ons land het geval is, terwijl ook in de salariëring tot uitdrukking komt, dat men zich bewust is juist in de personeelsformatie de concurrentie te moeten aan kunnen met het particuliere bedrijf. Dit zelfde speelt waarschijnlijk ook een rol in de reclame, propaganda en voorlichting alsmede in het z.g. „public relations" werk, waarmede men beoogt in het maat schappelijk leven de baan vrij te houden voor hef coöpera tiewezen, opdat dit ook kan profiteren van de mogelijkheden, die, naar een in Amerika graag beleden leer, voor allen moe ten openstaan. Men schijnt zich echter sterk bewust, dat daar van ten bate van het coöperatiewezen slechts kan worden geprofiteerd, indien ook in hef publiciteitswezen de trom ge regeld wordt geroerd. Ook uit dit oogpunt zullen ongetwij feld de nadere beschouwingen van de studiegroep de aan dacht trekken. Tot nu is het landbouwcrediet als zodanig onbesproken ge bleven. Dit neemt in hef Amerikaanse landbouwbedrijfsleven een afzonderlijke plaats in naast de landbouwcoöperaties, zodat het gewenst lijkt daarover afzonderlijk te rapporteren. Volstaan kan worden met de opmerking, dat onder de Farm Credit Administrafion, het officiéél landbouwcrediet, dat in laatste instantie de signatuur van de overheid draagt, ook de z.g. banken voor coöperaties ressorteren, die een belangrijk aandeel hebben in de verschaffing van bedrijfskapitaal aan de coöperaties, evenwel op strikt zakelijke grondslagen, zo als in het voorafgaande reeds fot uitdrukking kwam.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1952 | | pagina 10