JUBILEUM-HERDENKING 8541 VAN DE HEER Mr. P. TRUYEN, PRESIDENT VAN DE RAAD VAN TOEZICHT 1902-1952 EN VAN DE HEER A. N. FLESKENS VOORZITTER VAN HET BESTUUR 1912-1952. TOESPRAAK VAN Jhr. Mr. J. Th. M. SMITS VAN OYEN, ONDERVOORZITTER VAN HET BESTUUR DER CENTRALE BANK. Mijnheer de Voorzitter. Wanneer het U en de Algemene Vergadering wat onge bruikelijk voorkomt, dat ik in afwijking van de agenda reeds thans het woord vraag, moet zulks wel een bijzondere reden hebben. Deze is er dan ook. Ik gevoel n.l. de behoefte en met mij het gehele Bestuur van de Centrale Bank om reeds bij de aanvang van deze vergadering de aandacht te vragen voor iets, dat zich vijftig jaren geleden voltrok en dat een der belangrijkste feiten in de geschiedenis van onze organisatie is gebleken. Vijftig jaren geleden waren ook de afgevaardigden van aangesloten boerenleenbanken bijeen om hun statutaire taak te vervullen. Toen in 1902 waren er nog slechts 80 aangeslo ten boerenleenbanken met een ledental van ruim 5000 en een totaal bedrag aan toevertrouwde gelden van 1.755.000, terwijl het bedrag der uitgeleende gelden 746.000,be droeg. Het balanstotaal van de Centrale Bank beliep toen in 1902 705.000,Doch hoe betrekkelijk gering de cijfers ook waren, de onderwerpen, die toen in de Algemene Ver gadering aan de orde werden gesteld, waren niet minder belangrijk dan vandaag de dag. Ik kom daarop meteen nog terug om thans voor een bestuurlijke aangelegenheid, die toen aan de orde was, de aandacht te vragen, n.l. de ver-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1952 | | pagina 4