8580 bouw in de landen, die bij de O.E.E.C. zijn aangesloten. Het is namelijk noodzakelijk, dat de landbouwproductie in deze landen vergroot wordt. Betalingsmoeilijkheden, toeneming van de consumptie en een te verwachten vermindering van het aanbod van buiten dit gebied dwingen hiertoe. Een belangrijke toeneming van de landbouwproductie ver eist echter aanvullende investeringen, welke voor elk land verschillend zullen zijn. De vraag werd nu gesteld, welke financiële moeilijkheden de landen, die bij de O.E.E.C. zijn aangesloten, ondervinden om de gestelde doeleinden te be reiken. In dit verband werd Nederland tussen 7 en 21 Mei j.l. door een werkgroep van bovengenoemde commissie bezocht. Dit gezelschap was internationaal samengesteld en kon als zeer deskundig worden beschouwd. Deze werkgroep stelde zich ten doel de organisatie, ontwikkeling en de omvang van het landbouwcredietwezen in Nederland te bestuderen. Hierbij werd bijzondere aandacht besteed aan de problemen, die samenhangen met de wijze, waarop kortlopende credieten worden verstrekt. Uiteraard werd ook een studie gemaakt van langlopende credieten en voorschotten en van andere finan- cieringsvormen. Vooral werd zeer veel aandacht besteed aan de financie ring van de kleine boeren- en tuindersbedrijven, daar de verfegenwoordigers van deze commissie ieder voor zich veel belangstelling aan de dag legden voor de problemen, samen hangende met het gebrek aan cultuurgrond in Nederland. In dit verband werd dan ook een groot aantal bezoeken ge bracht aan bedrijfjes, die met behulp van de gelden verstrekt door de Boerenleenbanken, al dan niet met medewerking van de Overheid, op de been werden gehouden en, zoals over tuigend kon worden aangetoond, in staat waren gesteld zich een voldoende rentabiliteit te verzekeren. Zoals de Directeur-Generaal van de Landbouw op de Al gemene Vergadering reeds zeide, was de oorspronkelijke gedachte van deze commissie, dat het Boerenleenbankbeleid hier in Nederland te conservatief werd gevoerd. Bij een nauw keurige bestudering van de bestaande problemen en van de

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1952 | | pagina 44