8579 3. elk beding, waarbij is bepaald, dat de pachter niet be voegd zal zijn om aan de Grondkamer machtiging te vragen de bestemming, inrichting ot gedaante van het gepachte geheel of gedeeltelijk te veranderen, nietig is en voor niet geschreven wordt gehouden. 4. elk beding, waarbij de pachter afstand doet van zijn recht op een naar billijkheid te bepalen vergoeding voor de aangebrachte verbeteringen of van zijn be voegdheid zich te dier zake tot de Grondkamer te wenden, eveneens nietig is en voor niet geschreven wordt gehouden. d. In het eerste artikel over het Pachtrecht in de Maande lijkse Mededelingen van Maart 1952 no. 384 is gezegd, dat de Grondkamer bevoegd is te bepalen, dat op pacht overeenkomsten betreffende los land, hetwelk niet groter is dan een door haar te bepalen oppervlakte, niet van toepassing zullen zijn onder meer de bepalingen betref fende verandering van de bestemming, inrichting of ge daante van het gepachte en die met betrekking tot de ver goeding voor de aangebrachte verbeteringen. De Grondkamers hebben, gebruik makende van deze be voegdheid, bepaald, dat evenbedoelde bepalingen niet gelden voor los land behorende tot de in de Maandelijkse Mededelingen van April 1952 no. 385 op pagina 8524 op gesomde categorieën. Bij pacht van dergelijk los land is dus de pachter wel bevoegd om zonder schriftelijke toe stemming van de verpachter de bestemming enz. van het gepachte te veranderen en is de verpachter niet gehouden de pachter een billijke vergoeding te geven voor door deze aangebrachte verbeteringen, dit alles uiteraard ten zij in het pachtcontract het tegendeel uitdrukkelijk is over eengekomen. (wordt vervolgd.) HET BEZOEK VAN DESKUNDIGEN OP HET GEBIED VAN DE LANDBOUWFINANCIERING. Door de O.E.E.C. (Organisatie voor Europese Economische Samenwerking) werd een studiecommissie ingesteld, die tot taak kreeg de bestudering van de financiering van de land-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1952 | | pagina 43