8577 tuurlijk wel onderworpen is aan de goedkeuring van de Grondkamer. Wanneer de pachter zonder toestemming van de verpach ter overgaat tot onderverpachting ot cessie van zijn rech ten uit de pachtverhouding, dan maakt hij zich schuldig aan wanprestatie jegens zijn verpachter, die deswege ont binding van de pachtovereenkomst door de rechter kan vorderen benevens schadevergoeding. De verpachter zal bovendien zich rechtstreeks tot de nieuwe pachter kunnen wenden om ontruiming te bekomen; de nieuwe pachter kan zijn onwettige titel niet aan de verpachter tegen werpen. 9. De pachter is niet bevoegd de bestemming, inrichting ot gedaante van het gepachte geheel of gedeeltelijk te ver anderen dan na verkregen toestemming van de verpachter. Een verboden verandering is onder meer aanwezig bij het stichten door de pachter van warenhuizen en serres (men zie de Maandelijkse Mededelingen van Februari 1951 no. 372 pagina 8006 en van December 1951 no. 381 pagina 8386 en 8387), wanneer een hooischuur als varkensstal wordt gebruikt, wanneer grasland wordt gescheurd. Be- staaf er echter een van overheidswege opgelegde scheur- plicht, dan kan de pachter zich uiteraard daarop beroepen. Weigert de verpachter de gevraagde toestemming, dan kan de pachter bij de Grondkamer machtiging vragen de bestemming, inrichting of gedaante van het gepachte ge heel of gedeeltelijk te veranderen. De Grondkamer kan na verhoor of behoorlijke oproeping van partijen deze machtiging verlenen, wanneer zij, na advies van de Rijks consulent te hebben ingewonnen, vaststelt, dat door de verandering, waarvoor machtiging is gevraagd, algemene belangen of landbouwbelangen worden gediend. De Grondkamer kan aan haar machtiging voorwaarden ver binden of hierbij een last opleggen. 10. De afgaande en opkomende pachters zijn verplicht elkan der over en weer met al datgene te gerieven wat vereist wordt om het betrekken en het verlaten van het gepachte gemakkelijker te maken, zo wat betreft het gebruik voor het volgende jaar, het inoogsten der nog te velde staande vruchten, het betrekken der gebouwen als anderszins, alles overeenkomstig het plaatselijk gebruik.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1952 | | pagina 41