8574 b. indien de Grondkamer bij een door haar verleende machtiging aan de pachter om de bestemming, inrich ting of gedaante van het gepachte geheel of ten dele te veranderen, aan de pachter tevens een recht op ver goeding heeft toegekend. Met betrekking tot de onderhavige verplichting van de verpachter wordt ten deze verwezen naar de artikelen over het bouwen van warenhuizen en serres door pachters op gepachte gronden, verschenen in de Maandelijkse Me dedelingen van Februari 1951 no. 372 en December 1951 no. 381. 9. Rechten en verplichtingen van de pachter. A. Rechten. 1. De pachter heeft recht op het genot en de vruchttrekking van het gepachte. 2. De pachter kan vermindering van de pachtprijs vorderen, indien na het tot stand komen van de pachtovereenkomst blijkt, dat het door hem verpachte van geringere omvang is dan in de pachtovereenkomst is uitgedrukt. Deze vorde ring vervalt zes maanden na de dag, waarop de levering in het genot is geschied. 3. Indien de verpachter zijn verplichting tot verzekering te gen brandgevaar van de tot het gepachte behorende ge bouwen en andere opstallen niet nakomt of met de be taling van de premie in gebreke is, dan kan de pachter op kosten van de verpachter de verzekering sluiten of de premie betalen. De pachter is bevoegd de door hem uit deze hoofde gedane uitgaven van de pachtprijs af te houden. 4. De pachter kan van de verpachter eisen, dat deze hem het bewijs overlegt, dat hij de verzekering tegen brandge vaar van gebouwen en andere opstallen tot een voldoen de bedrag heeft afgesloten. B. Verplichtingen. 1. De pachter is gehouden de pachtprijs op de tijdstippen, welke in de overeenkomst of bij gebreke van bepalingen daaromtrent door het plaatselijk gebruik zijn aangegeven, te voldoen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1952 | | pagina 38