8572 pachter evenwel van de derde, die hem dus zonder enig recht op het gepachte in zijn genot stoort, een schade vergoeding vorderen. 3. De verpachter moet tegenover de pachter instaan voor alle gebreken van het gepachte, welke de pachter niet kon kennen en welke deze belemmeren het verpachte te gebruiken en daarvan de vruchten te trekken. Bij aanwe zigheid van zodanige verborgen gebreken heeft de pach ter de keuze om hetzij vermindering van de pachtprijs hetzij ontbinding van de pachtovereenkomst te vorderen. Het recht om deze vordering in te stellen vervalt echter zes maanden nadat de pachter van het bestaan van het gebrek had kunnen kennis dragen. Indien de verpachter bij het aangaan van de pachtover eenkomst schriftelijk heeft verklaard, dat er geen verbor gen gebreken aanwezig waren of heeft hij deze toen met opzet verzwegen, dan kan de pachter, behalve verminde ring van de pachtprijs of ontbinding van de pachtovereen komst, bovendien schadevergoeding van de verpachter vragen en wel gedurende dertig jaren, nadat hij van het bestaan van het gebrek had kunnen kennis dragen. 4. Voorzover bij de pachtovereenkomst niet anders is over eengekomen moet de verpachter gedurende de pachttijd voor de noodzakelijke reparatiën zorgdragen, met uitzon dering van de geringe en dagelijkse reparatiën, welke vol gens het plaatselijk gebruik ten laste van de pachter ko men. Komt de verpachter binnen veertien dagen na schrif telijke aanmaning van de pachter deze verplichting niet na, dan is de pachter bevoegd, na verkregen goedkeu ring van de Grondkamer, de reparatiën zelf op kosten van de verpachter te doen verrichten. Onder noodzakelijke reparatiën valt niet herbouw van een door brand totaal vernielde schuur of herbouw van een door oorlogsgeweld nagenoeg geheel verwoeste hoeve, terwijl ook alsnog bewerkte landerijen mede ver pacht zijn. Wel bestaat in deze gevallen de mogelijkheid van pachtverlaging. Het is vanzelfsprekend, dat omvangrijke reparaties, nood zakelijk geworden doordat de pachter zijn plicht tot het verrichten der gewone en dagelijkse reparatiën niet is nagekomen, geheel ten laste van de pachter komen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1952 | | pagina 36