8564
om op economisch terrein nauwer met elkaar samen te wer
ken en hiervoor de hulp van Amerika in het vooruitzicht stel
de. Uit dit initiatiet is het bekende Marshall-plan voortgespro
ten, dat op 1 April 1948 begon. Het doel hiervan was door
onderlinge samenwerking en Amerikaanse bijstand in enkele
jaren tijds te bereiken, dat West-Europa weer op eigen benen
zou kunnen staan. Op 31 Juni a.s. eindigt deze economische
hulpverlening van Amerika aan de West-Europese landen.
Wel gaan de Ver. Staten nog door met het verlenen van hulp
en bijstand aan deze landen, maar nu geschiedt dit in het
kader van de militaire samenwerking.
In het tijdvak 1 April 19481 Juli 1952 hebben de Ver
enigde Staten ruim 12 milliard dollar voor rechtstreekse
Marshall-hulp uitgetrokken. Hiervan ontving Nederland 1
milliard dollar.
Het zal eenieder duidelijk zijn, dat deze hulp voor ons land,
dat verwoest en verarmd uit de oorlog kwam, van uitzonder
lijke betekenis is geweest. Ons land had een groot tekort
aan allerlei producten: voedsel, machines, grondstotten, enz.
De dollarlanden, speciaal de Ver. Staten, konden deze pro
ducten leveren, doch ons land en dit gold voor geheel
West-Europa beschikte over veel te weinig dollars. Deze
Marshall-hulp maakte het Nederland mogelijk om de voedsel
voorziening van ons volk op een redelijk peil te brengen, het
gehavende productie-apparaat in een snel tempo te her
stellen, de tabrieken van de nodige grondstotten te voorzien,
aan de snel toenemende beroepsbevolking werk te verschat
ten, het tekort op onze betalingsbalans te dekken en het
monetaire evenwicht te herstellen. De omstandigheid, dat ook
aan vele andere West-Europese landen en later ook aan de
Europese Betalingsunie Marshall-hulp verleend werd, maakte
bovendien een verruiming en vergemakkelijking van het han
delsverkeer tussen de verschillende landen mogelijk. Zonder
deze Amerikaanse hulp zou de werkgelegenheid en de le
vensstandaard in Nederland en in geheel West-Europa onge-
twijteld op een veel lager niveau liggen en het communisme
zou dan een veel gunstiger voedingsbodem gevonden heb
ben dan nu het geval is.
Ook de Nederlandse land- en tuinbouw heelt in ruime
mate van het Marshall-plan kunnen protiteren, niet alleen op