8548 en aan de subsidiëring ten laste van de Rijksbegroting van de beide centrales, die tot 1915 heeft geduurd. Ik kan consta teren, dat deze goede samenwerking tussen U en de Over heid steeds is bestendigd en dat deze ook bij latere feeste lijke gebeurtenissen naar buiten is gebleken. Het feit, dat nog slechts 40 jaar geleden een subsidie wen selijk werd geacht illustreert opnieuw de geweldige groei, die het boerenleenbankwezen in ons land heeft te zien ge geven. Die groei heeft geleid tot de erkenning nu al geruime tijd geleden dat de boerenleenbanken, met haar speciale structuur van centrale bank tezamen met locale banken, alle op coöperatieve grondslag, een eigen taak vervullen in ons financieel bestel, een eigen taak, die dan ook door de wet gever is erkend toen hij in de Wet toezicht credietwezen aan de landbouwcredietbanken een afzonderlijke plaats gaf en met de historisch gegroeide organisatievorm daarvan reke ning hield. Mijnheer de Voorzitter, ik verheug mij erover, dat wij van daag een tweetal leidende figuren van de Eindhovense tak van hef boerenleenbankwezen, de heren Truyen en Fleskens, kunnen huldigen in verband met de belangrijke jubilea, die zij thans in Uw organisatie vieren. Mijnheer Fleskens, U viert vandaag Uw 40-jarig jubileum in de organisatie, die U zo lang en soms onder moeilijke om standigheden heeft gediend. Eerst als lid van de Raad van Toezicht, daarna als lid van het Bestuur en sinds 1920 onaf gebroken als voorzitfer van hef Bestuur hebt U op belangrijke plaatsen mede leiding gegeven aan de voorspoedige ontwik keling waarover ik sprak. In een beschouwing naar aanleiding van het 50-jarig bestaan van de Coöperatieve Centrale Boe renleenbank vroeg U zich af, waaraan de grote bloei van de jubilerende organisatie te danken was. Betrekkelijk terloops schreef U daar o.m.: „Buiten beschouwing latende de van zelfsprekend nodige toewijding en bekwaamheid der lei dende en uitvoerende organen." Ik zou bij deze gelegenheid Uw toewijding en bekwaamheid niet buiten beschouwing wil len laten, doch juist op de voorgrond willen stellen, want ik meen, dat mede deze bekwaamheid en deze toewijding de organische eenheid van Coöperatieve Centrale Boerenleen bank en aangesloten banken heeft gebracht tot de belangrijke

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1952 | | pagina 11