8522 Pachtrecht (vervolg). 5. Duur van de pachtovereenkomst. Behoudens hetgeen aan het slot van dit hootdstuk wordt gezegd over pachtovereenkomsten betrettende los land van geringe grootte en waterstaatsgronden van het Rijk, een Provincie, een Waterschap, een Veenschap ot een Veenpol- der, moet elke pachtovereenkomst voor een bepaalde tijd worden aangegaan. Deze bepaalde tijd bedraagt voor een hoeve twaalf jaren en voor los land zes jaren, tenzij een lan gere duur is bedongen. Onder „jaar" is ten deze niet te ver staan „kalenderjaar" doch „pachtjaar" d.i. de periode waarin de pachter het volle genot van het gepachte heeft gehad. Men kan dus een hoeve ook voor b.v. vijftien jaren en los land voor b.v. acht jaren verpachten, terwijl van de andere kant het in bijzondere omstandigheden mogelijk is om met goedkeuring van de Grondkamer een pachtovereenkomst aan te gaan voor een kortere duur dan twaalf jaren respectie velijk zes jaren. Uit het bovenstaande volgt, dat het niet geoorloofd is om: a. een pachtovereenkomst aan te gaan b.v. tot wederopzeg- gings of voor het leven van de pachter of verpachter; in deze gevallen staat immers de duur van de pachtovereen komst niet vast; b. zonder goedkeuring van de Grondkamer een pachtover eenkomst aan te gaan voor een kortere duur dan twaalf jaren voor een hoeve en zes jaren voor los land. Evenbedoelde goedkeuring wordt door de Grondkamer slechts verleend, indien uit de bijzondere omstandigheden van het geval een korte duur van de pachtovereenkomst re delijkerwijze voortvloeit en de landbouwbelangen hierdoor niet worden geschaad. Als bijzondere omstandigheden wor den niet beschouwd beperkingen de verpachter door derden, b.v. een hypotheekhouder, opgelegd. Zijn b.v. door een hypotheekhouder aan een eigenaar-verpachter beperkingen in de bevoegdheid tot verpachting opgelegd, dan kan zulks niet dienen om grond op te leveren voor een verpachting van korte duur. Indien echter een pachter de bevoegdheid is ge geven om aan een derde het gepachte opnieuw te verpach ten, dan kan deze nieuwe pacht niet langer duren dan de oor-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1952 | | pagina 16