8516
Tussen 1 Juli en 1 October a.s. zal een nieuwe conferentie
gehouden worden, welke zoals te doen gebruikelijk is
door de deskundigen zal worden voorbereid. Voor onze
land- en tuinbouw kunnen deze besprekingen van grote be
tekenis zijn, doch men moet er zich wel voor hoeden te op
timistische verwachtingen dienaangaande te koesteren. De
besprekingen zullen moeilijk zijn en, wanneer ze niet spoe
dig afgebroken worden, lang duren. En de verwezenlijking
van een betrekkelijk vrije onderlinge handel ten aanzien van
agrarische producten in West-Europa zal nog heel wat voeten
in de aarde hebben.
GELD EN KAPITAALMARKT.
Wezen wij vorige maand reeds op het verschijnsel, dat de
stijging van de algemene rentevoet tot staan was gekomen,
waarbij een rustpunt was bereikt op een niveau van iets be
neden 4%%, de afgelopen maand gaf naast koersdalingen
op de aandelenmarkt een stijging van de obligatiekoersen
te zien. Zo kwam het rendement op de voornaamste Staats
fondsen dicht bij 4°/o, hetgeen moge blijken uit het navol
gende staatje:
7-3-'52 18-4-52
3—3%% Nederl. 1947 85% (4,22%) 87% (4,10%)
3% Nederland 1937 85% (4,15%) 87% (4,00%)
3% Grootboek 1946 87% (4,21%) 89 (4,07%)
3% Ned. 1962—64 mbf 89% (4,15%) 90% (4,06%)
3% Invest. certif. 91% (4,02%) 90% (4,05%)
De nieuwe 4%%-leningen ten laste van de Unie van Wa-
terschapsbonden en van de Provincie Zuid-Holland werden
overtekend. Overweldigend was de belangstelling voor de
eerste 2%%-premielening der Gemeente Rotterdam; deze
Gemeente vond hierin aanleiding om onmiddellijk met een
tweede gelijksoortige lening ad 10 millioen op de markt
te komen; beide leningen zijn gebaseerd op een rentevoet
van 4%%, hetgeen de mogelijkheid opende een aantrekke
lijker premie-reeks aan te bieden, dan destijds op 4%-basis
bij de leningen van Amsterdam en Utrecht mogelijk was.
Na het welslagen der beide eerste obligatieleningen voor de