8498
pens haar bedrijf in te dienen" (art. 16 Wet Toezicht Crediet-
wezen). Zelfs de vorm der Maandstaten wordt zoals de
wet ook zelf zegt „door de (Nederlandsche) Bank bepaald
en in de Nederlandsche Staatscourant openbaar gemaakt".
Met de credielbeperkingsmaatregelen werd op de bepalin
gen van de wet reeds vooruitgelopen.
Toch valt niet te ontkennen, dat deze ingrijpende regerings
voorschriften op den duur onze gehele organisatie sterker en
doeltreffender kunnen maken. Wij geven U een drietal voor
beelden, waaruit dat nu al blijkt.
Ten eerste: Het is mogelijk dat twee banken voor een gelijk
bedrag hun credietlimites hebben overschreden, dus teveel
crediet hebben verleend. Heeft echter een dier banken haar
credieten alleen aan landbouwers gegeven en de andere
alleen aan niet-landbouwers, dan zou het in onze organisatie,
die verlening van landbouwcredieten beoogt, onbillijk zijn,
wanneer zij ook een gelijk bedrag bij de Nederlandsche Bank
moesten opnemen. In het Februari-nummer der Maandelijkse
Mededelingen werd dan ook bericht, dat „de reductie op de
verplichte credietopneming alleen ten voordele komt van de
credietoverschrijdingen in land- en tuinbouw" (pag. 8447).
Maar hoeveel Uw bank in en hoeveel zij buiten de land
bouw heeft uitstaan, dat weten wij slechts uit de Bijlagen bij
Uw Maandstaat, waarop „personen, boeren of tuinders" in
een andere kolom staan dan „personen, niet-boeren of tuin
ders".
Een ander voorbeeld geeft circulaire 436, waarin werd be
richt, dat voortaan de rentevergoeding aan de locale banken
hoger zal zijn, voorzover de plaatselijke bank meer dan een
derde van haar ingelegde gelden bij de C.C.B. in rekening
courant heeft staan. Het doel van deze maatregel is een vol
doende liquiditeit van de gehele organisatie te handhaven,
zij komt dus de gehele organisatie ten goede. Maar ook
de uitvoering van deze maatregel eist cijfers, en ook die
cijfers worden door ons aan de Maandstaten ontleend.
En tenslotte de circulaire, die ons, de uitvoerders, de mees
te zorgen baart: het bekende rondschrijven no. 439 van 10
Januari j.l., dat richtlijnen geeft voor het doen van beleggin
gen. De tekst van deze circulaire is niet bepaald gemakkelijk
verteerbaar, maar hef komt hierop neer, dat alle banken zijn
verdeeld in vier groepen: