8495
verbeteringen door de pachter vóór de overdracht aange
bracht, gaaf op de nieuwe eigenaar over, omdat het recht
op die vergoeding eerst geldend kan worden gemaakt bij het
einde van de pacht.
3. Pacht en hypotheek.
In hypotheekacfen wordt vrijwel steeds bedongen, dat het
de hypotheekgever zonder toestemming van de schuldeiser
niet geoorloofd is het onderpand te verhuren of te verpach
ten. Doet hij dit toch, dan kon de schuldeiser, die dit beding
heeft gemaakt, in het verleden vernietiging van een tegen
zijn wil gesloten huur- of pachtovereenkomst vorderen. Hef
Pachtbesluit heeft echter op dit punt de bevoegdheid van de
hypothecaire crediteur beperkt. Door hem kan n.l. geen ver
nietiging van een tegen zijn wil gesloten pachtovereenkomst
meer worden gevorderd, indien op verzoek hetzij van de ver
pachter hetzij van da pachter de Pachtkamer van het Kanton
gerecht, binnen welks rechtsgebied het gepachte is gelegen,
verklaard heeft, dat de verpachting de waarborg van de
schuldeiser niet aantast. Ook kan een hypotheekgever, die
wil verpachten of diens toekomstige pachter reeds, voordat
de pachtovereenkomst is gesloten, de bevoegde Pachtkamer
verzoeken op voorhand te verklaren, dat de voorgenomen
pachtovereenkomst de schuldeiser niet zal benadelen. Van de
uitspraak van de Pachtkamer staat echter in beide gevallen
beroep open op de Pachtkamer van het Gerechtshof te
Arnhem.
4. De vorm van de pachtovereenkomst. Openbare verpach
tingen.
Alle pachtovereenkomsten, geen uitgezonderd, moeten
schriftelijk worden aangegaan. Een mondelinge pachtovereen
komst is echter niet langer nietig, zoals vroeger bij de Pacht
wet was bepaald, doch is in ieder geval geldig. Verpachter
en pachter hebben bij een mondelinge pachtovereenkomst
dezelfde rechten en verplichtingen als zij zouden hebben,
indien deze overeenkomst belichaamd was in een schriftelijk
stuk, met deze beperking evenwel, dat de pachter niet ver
plicht is de overeengekomen pachtprijs te betalen. De ver-