8451 Het bleef bij de Centrale Bank echter niet bij een daling van de tegoeden der boerenleenbanken. Naast het beroep van de boerenleenbanken op de Centrale Bank voor de financiering van verleende credieten en voorschotten stond hef rechtstreeks beroep op hef crediet van de Centrale Bank door de centrale coöperatieve verwerkings-, afzet- en han delsinstellingen van de georganiseerde land- en tuinbouw. Stond de desbetreffende post „Debiteuren" bij de Centrale Bank per 31 December 1950 te boek voor een bedrag van 60,4 millioen, per ultimo 1951 was deze post opgelopen tot een bedrag van 80,3 millioen, waarvan 38,8 in reke ning-courant en 41,5 bij wijze van vaste financiering, die evenwel steeds met termijn opvorderbaar is. Het is de moeite waard om nog eens naast elkander te stellen hef verloop van de cijfers betreffende de financiering van land- en tuinbouw en van de economische instellingen van land- en tuinbouw gedurende de jaren 1949 tot 1951. Credieten in lopende rekening verstrekt door boerenleen banken Vaste voorschotten verstrekt door boerenleenbanken Crediet in lopende rekening verstrekt door Centrale Bank Vaste voorschotten verstrekt door Centrale Bank Totaal (in duizenden guldens) 1949 1950 1951 31.959 41.250 44.005 47.418 69.000 102.580 22.500 33.000 38.864 13.900 27.400 41.498 115.777 170.650 226.947 Frappant is de regelmatige voortzetting van de stijging der financiering van land- en tuinbouw door onze land- bouwcredietorganisatie met 55 millioen in 1950 en 56 millioen in 1951. Indien daarbij wordt in aanmerking geno men, dat deze stijging zich ook in 1952 heeft voortgezet (de post debiteuren bij de Centrale Bank staat thans al weer met 85 millioen te boek), dan behoeft hef niemand te ver bazen, dat in het begin van het nieuwe jaar enige maat regelen werden getroffen ten einde te voorkomen, dat het

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1952 | | pagina 9