8450 Creditgelden in lopende rekening 55.169.000 57.600.000 66.905.700 Debetsaldi in lopende rekening 31.959.000 41.250.000 44.005.600 Voorschotten 47.418.000 69.000.000 102.580.800 De omzetstijging op de lopende rekeningen is niet alleen een uitvloeisel van de grotere geldomzetten in de land- en tuinbouw, zij is ook het gevolg van het steeds toenemend gebruik van het overschrijvingsverkeer door de boeren en tuinders. In het voorafgaande overzicht springt in het oog de stijging van de verleende voorschotten alsmede van hef bedrag van de uitstaande voorschoften. Daartegenover was de toene ming van de aan de boerenleenbanken toevertrouwde gel den maar gering, zodat de uitzettingen van de boerenleen banken goeddeels moesten worden gefinancierd met opne ming van gelden bij de Centrale Bank. Zulks komt tot uit drukking in het navolgende overzicht van de tegoeden der boerenleenbanken bij de Centrale Bank. 1950 1951 Tienjarige schuldbr. 629.000,— 631.000,— Boerenleenbanken: Depositobrieven 348.609,— Participatie-rek. 3.110.000, Spaarreserve-rek. 31.800, Dep. 6 mnd. opzeg. 721.200,— 1.467.300,— Dep. 1 jaar opzeg. 41.202.020,— 46.153.120, Rekening-courant 413236.132,— 385.595.839, 455.788.352 437.337.668.- Per saldo blijkt derhalve, dat, nadat de rente over de te goeden der boerenleenbanken bij de Centrale Bank is bij geschreven, deze zijn gedaald met 18 millioen. Alles bij elkaar is deze daling nog erg meegevallen, omdat in het midden van het jaar de boerenleenbanken in 3 maanden tijd niet minder dan 40 millioen bij de Centrale Bank hadden weggetrokken.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1952 | | pagina 8