8449 KORT JAAROVERZICHT Reeds zijn wij zover, dat wij de belangrijkste cijfers kunnen mededelen over de ontwikkeling van zaken bij de boeren leenbanken en de Centrale Bank gedurende het jaar 1951. De navolgende algemene opmerking moge daaraan vooraf gaan. Het verstreken boekjaar was wat betreft de opbrengsten zowel in hoeveelheden als in guldens voor land- en tuin bouw in het algemeen niet ongunstig, waarbij wellicht voor de veehouderij een uitzondering zou moeten worden ge maakt. Daarnaast bleven de bedrijfsuitgaven stijgen. Een en ander heeft zich bij onze boerenleenbanken weerspiegeld in een bescheiden toeneming van de toevertrouwde gelden en een flinke stijging van de omzetten en van de aan land en tuinbouw verleende credieten en voorschotten, zoals in de navolgende cijfers tof uifdrukking komt. Omzetten van de gezamenlijke plaatselijke boerenleenbanken aangesloten bij de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven. Spaargelden 1949 1950 1951 Inlagen 236.019.000 229.324.800 239.549.400 Terugbetalingen 229.442.200 236.089.700 241.377.400 Lopende rekeningen 1949 1950 1951 Stortingen en credi teringen 521.278.300 661.127.800 835.033.500 Terugbetalingen en debiteringen 528.016.300 667.051.600 828.475.200 Voorschotten 1949 1950 1951 Aflossingen 6.229.300 7.780.000 11.800.000 Nieuwe voorschotten 19.322.200 29.132.300 45.380.800 Stand per 31 Dec. 1949 31 Dec. 1950 31 Dec. 1951 Spaargelden 522.271.000 526.500.000 524.672.000

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1952 | | pagina 7