8447
geweest aan de nog al stringente circulaire van 10 Januari
nr. 439. Op dit ogenblik weten wij waaraan wij toe zijn met
de credietbeperkingsregeling. In de loop van 1951 konden
wij een voor onze boerenleenbanken gunstige wijziging be
werkstelligen in de desbetreffende algemene vergunningen,
waarvan het gevolg is, dat de totale stand op door alle aan
gesloten boerenleenbanken verleende credieten, beslissend
is voor de verplichte credietopneming bij De Nederlandsche
Bank. Nu doet zich het verschijnsel voor, dat het totaal der
debetstanden op door boerenleenbanken geopende credie
ten steeds hoger komt te liggen boven de grenzen van de
credietbeperkingsregeling. Het verschil daartussen zal op de
duur gelijk worden aan de individuele credietoverschrijding
door de plaatselijke banken met het gevolg, dat de last van
de credietbeperkingsregeling wederom ten volle zou komen
te drukken op de boerenleenbanken voor wie nu eenmaal
de voorschriften der crediefbeperkingsregeling het meest
ongunstig uitvallen. Voorzover deze boerenleenbanken de
grenzen der credietbeperkingsregeling overschrijden door
uitzettingen buiten de landbouw, zou zulks geen bezwaar be
hoeven te ontmoeten; met ingang van 1 Januari 1952 is dan
ook de maatregel getroffen, dat de reductie op de verplichte
credietopneming, die uit de gewijzigde credietbeperkings
regeling voortvloeit, alleen ten voordele komt van de cre-
dietoverschrijdingen, die op de uitzettingen in land- en
tuinbouw betrekking hebben. Maar ook dit laatste voordeel
zal op de duur weer komen te vervallen, naarmate het even-
genoemde verschil tussen de credietoverschrijding van alle
aangesloten banken en van de individuele banken weder
verdwijnt. Indien dit verschil wordt weggewerkt door cre-
dietuitzettingen binnen de landbouw, kan daartegen weder
om geen bezwaar worden gemaakt. Anders komt dit echter
te liggen, voorzover de toenemende credietoverschrijding
van alle aangesloten banken het gevolg is van crediefuifzet-
tingen buiten de landbouw, waarvan dan immers het gevolg
zou zijn, dat de credietverlening in land- en tuinbouw elders
duurder wordt gemaakt.
Overeenkomstig de in statuten en reglementen neergeleg
de doelomschrijving der boerenleenbanken geldt onze eer
ste en belangrijkste taak, naast de functie der boerenleen
banken als spaarbanken voor het platteland, de zo goed