8445 Uiteraard is deze omzetstijging, die zowel in hoeveelheden als in guldens tot de verbeelding spreekt, gepaard gegaan met toenemende financieringsbehoetten. Naargelang de om zet en de prijzen stijgen is er ook een groter bedrag gemoeid met de financiering van voorraden en vorderingen. In deze financieringsbehoefte heeft tot nu toe de Centrale Boeren leenbank alleen voorzien. Bovendien heeft deze ook gefi nancierd de nieuwe aanschaffingen in de vorm van moderni sering van de fabrieksafdelingen en de bouw van silo's, ma gazijnen, op- en overslagbedrijven, enz. In verband met deze ontwikkeling mocht het een groot geluk worden genoemd, dat de boerenleenbankorganisatie zo betrekkelijk sterk uit de oorlog is gekomen, en vlot de herinrichting en uitbouw van de handelsverenigingen heeft kunnen financieren. Terwijl de Centrale Boerenleenbank als het ware geruisloos de financiering verzorgde, konden Be sturen en Directies alle aandacht geven aan de ontwikkeling van de bedrijven, die na de oorlog ook een statutaire reor ganisatie behoefden. Deze ontwikkeling heeft nu goeddeels haar beslag gekre gen en is het tijdstip aangebroken om de verworven posities te bevestigen, ook in financiëel opzicht. Daarbij zou het op de duur onjuist zijn, dat de Centrale Boerenleenbank zowel de voorraden en vorderingen als de.z.g. investeringen zou blijven financieren met bankcredief of met voorschotten die nu eenmaal, gezien de aard van de aan de boerenleenban ken toevertrouwde gelden, steeds, zij het eventueel op ter mijn, opvraagbaar zijn. Een gezonde financieringspolitiek brengt mede, dat het vaste bestanddeel van voorraden en vorderingen en ook de investeringen in modernisering der tabrieksafdelingen en nieuwe gebouwen met vast ter be schikking staande kapitalen worden gefinancierd. Daartoe worden nu de onderwerpelijke obligatieleningen uitgegeven, die tegelijkertijd een aantrekkelijke belegging bieden voor particulieren en instellingen, waaronder ook de plaatselijke boerenleenbanken in aanmerking komen, voorzover deze althans hun middelen niet voor plaatselijke financieringen moeten bewaren.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1952 | | pagina 3