8460 financieren. Inmiddels werd aan de Gedeputeerde Stafen reeds medegedeeld, dat geen goedkeuring meer mocht wor den verleend voor gemeenteleningen, die zouden worden aangegaan op voorwaarden, die in strijd zijn met de geest van het rentegamma. Enige kleine wijzigingen in dit rente gamma werden nog in het vooruitzicht gesteld. De tijd, waarin zo vele en veelsoortige gemeenteleningen konden slagen, lijkt echter voorlopig voorbij. Heeft het oorspronkelijk in de bedoeling gelegen, om in het kader der Nationale Leningen voor de Woningbouw ook een premielening uit te geven, achteraf bezien lijkt het ook doelmatig te zijn geweest, dat men hiervan heeft afgezien: de Gemeente Utrecht slaagde er niet in haar 5 millioen 2l/2°/o Premielening geheel onder dak te krijgen. Thans enkele bijzonderheden over de aangekondigde Wo ningbouwleningen. Het eerste type, de rentespaarbrief in coupures van 100 en 25 is aantrekkelijk voor de kleine spaarder, die niet wordt aangeslagen voor de Inkomstenbelasting. Dit lenings type heeft immers het bezwaar, dat bij aanbieding ter aflos sing op de daarvoor aangewezen data zowel als bij tussen tijdse verkoop de geïncasseerde meerwaarde (de opgelopen rente) in zijn geheel in dat jaar wordt getroffen door de In komstenbelasting. Wij mogen hierbij nog opmerken, dat dit fiscale nadeel niet geldt voor de Boerenleenbank-deposito- brieven, die enigszins gelijken op de rentespaarbrief. Bij de Boerenleenbank-depositobrief immers is de hoofdsom en de opgelopen rente vanaf het tweede jaar telkenjare opvorder- baar: vanaf het tweede jaar kan men dus telkenjare het aan gekweekte rentebedrag opgeven voor de Inkomstenbelas ting, hetgeen door de progressie in de belastingtarieven veel voordeliger uitkomt dan bij de rentespaarbrieven het geval is. Tenslotte zij de aandacht nog erop gevestigd, dat de ne mers der rentespaarbrieven bij inschrijving niet het zegel recht ad 1,2°/oo behoeven te betalen; dit zegelrecht ad 1,2°/oo is wel verschuldigd door de inschrijvers op de beide andere Woningbouwleningen. De tweede lening, rentende en met een looptijd van 25 jaar, kent tot 1962 niet de mogelijkheid van vervroegde aflossing; in beginsel is de aflossing beperkt tot 10 gelijke jaartermijnen van 1968 tot 1977; in de jaren 1962 tot 1967

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1952 | | pagina 18