8414
wij dan ook voor de noodzaak nieuwe richtlijnen voor de
bedrijfsvoering ie doen uitgaan, teneinde zo snel mogelijk
een aanpassing aan de veranderde omstand.gheden te ver
krijgen. Wij behoeven hierbij slechts te wijzen op de ingrij
pende veranderingen, die zich in korte tijd hebben ontwik
keld op de kapitaalmarkt, d e een snelle stijging van de
rentevoet en een omslag op korte termijn van kap.taairuimte
in kapitaalschaarste heeft te zien gegeven. Daarnaast behoe
ven wij slechts te vermelden het inwerkingtreden van de wet
tot toezicht op het credietwezen, die ook nog wel enice con
sequenties voor het landbouwcrediet met zich zal brengen.
Onder deze omstandigheden zal het instituut van de voor
jaarscursus stellig in een behoefte voorzien. Of dit ook op de
duur het geval zal zijn, zal in de praktijk moeten blijken.
Voor het ogenblik is echter de mogelijkheid van meer
contact tussen boerenleenbanken en Centrale Bank stellig
op haar plaats en wij verwachten dan ook, dat het weder
zijds begrip en de samenwerking daardoor in het belang van
een zo goed mogelijke verzorging van het landbouwcrediet
zullen worden bevorderd. Reeds bij voorbaat wensen wij
onze erkentelijkheid uit te spreken jegens allen zowel aan
de Centrale Bank als bij de boerenleenbanken, die tot het
welslagen der voorjaarscursus op enigerlei wijze zullen bij
dragen, want ongetwijfeld wordt veler taak daardoor in niet
onbelangrijke mate verzwaard.
LANDBOUW-ECONOMISCH NIEUWS.
Terugblik over 1951.
Wanneer men zich afvraagt, hoe over het geheel genomen
de toestand van de Nederlandse land- en tuinbouw in het
afgelopen jaar is geweest, dan zou men hierop moeten ant
woorden: „niet onbevredigend", zulks ondanks verschillende
moeilijkheden en tegenvallers. Wel waren er grote verschil
len tussen de uitkomsten van de verschillende groepen van
agrarische bedrijven; zo waren de financiële resultaten van
de akkerbouwbedrijven aanmerkelijk gunstiger dan van an-