8411 Centrale Bank kan worden opgenomen. Dit stelsel nu kan alleen dan op verantwoorde wijze worden toegepast, indien de Centrale Bank van haar goedkeuringsrecht van uitzettingen bij wijze van be'egging door de boerenleenbanken een zo danig gebruik maakt, dat zonodig daaraan beperkingen wor den aange'egd, zoals is geschied met de richtlijnen, neerge legd in onze circulaire van 10 Januari j.l. Deze luiden zoals bekend, als volgt: ten eerste, uitzettingen buiten de land bouw mogen nog slechts geschieden, indien de rendabili- te tspositie van de boerenleenbank daartoe aanleiding geeft, hetgeen geacht wordt het geval te zijn, zolang een boeren leenbank nog niet een derde van de toevertrouwde gelden zelf heeft uitgezet; ten tweede, de maximum looptijd van alle nieuwe uitleningen wordt ingekort van 20 tot 15 jaar, zodra de boeven!eenbank zelf de helft van de toevertrouwde mid delen heeft uitgezet. Hierbij sluit dan aan het meergenoemde voorschrift van artikel 8 van het Huishoudelijk Reglement, dat tof pracfische consequentie heeft, dat, nadat het tegoed in lopende rekening van een aangesloten boerenleenbank bij de Centrale Bank is gedaald tot een derde van de bij die boerenleenbank ingelegde gelden, nog slechts credieten en voorschotten mogen worden verleend ter instandhouding en verbetering van het land- en tuinbouwbedrijf met een maxi mum looptijd van 10 jaar. Deze bepaling van het Huishoudelijk Reglement der Cen trale Bank, die mogelijk maakt, dat het originele landbouw- crediet, dat zich naar traditionele opvatting beperkt tot het bedrijfscrediet en hel voorschot op betrekkelijk korte ter mijn, sfeeds bij alle boerenleenbanken verkrijgbaar is, ook, indien de liquiditeitsgrens is bereikt dan wel zelfs crediet bij de Cenfrale Bank moet worden opgenomen, legt aan de Centrale Bank een grote waakzaamheid op ten aanzien van de ontw kkeling van het geheel. Hier ligt zelfs een plicht voor de Centrale Bank, omdat het uitgangspunt van de samenwer king der boerenleenbanken in een Centrale Bank juist daarin is ge'egen, dat de Centrale Bank tot taak heeft toe te zien, dat zowel bij de Centrale Bank als bij de plaatselijke banken de overschotten der plaatselijke boerenleenbanken zodanig worden beheerd en aangewend, dat aan de vraag naar land- bouwcrediet steeds en overal kan worden voldaan. Onder

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1952 | | pagina 5