8436 standsorganisatie, de ongeorganiseerde dit meestal niet tracht te ontkennen. Zijn passiviteit motiveert hij doorgaans met schijnargumenten. Wij kassiers moeten er derhalve van overtuigd zijn dat aan sluiting bij een standsorganisatie plicht is. W.e de encyclie ken „Rerum Novarum" en „Quadragesimo Anno" heeft door gelezen (zoals Uw redacteur deed) kan tot geen andere ge volgtrekking komen. Uiteraard wijzen deze encyclieken ons allereerst een meer idiëel doel, doch ook aan de maatschap pelijke positie van de mens wordt een voorname plaats in geruimd. Na deze ietwat zwaarwichtige inleiding komen wij tot het eigenlijke onderwerp: Welke standscrganisatie voor de kas sier der Boerenleenbank? Onze gewaardeerde collega van Meerlo zegt vrij positief (met een kleine reserve voor enkelen) dat wij in de Boeren bond thuishoren. Wij hebben reeds eerder doen uitkomen dat wij het daarmede niet eens zijn. In werkelijkheid is de kloof tussen onze standpunten niet zo erg diep, doch waar de collega van Meerlo de uitzondering wenst, zouden wij de regel willen gebruiken en omgekeerd. Eerst een vraag: Wat is een kassier? Wij zouden zo zeg gen: een administratief georiënteerd en geschoold persoon, die werkzaam is aan een economische instelling van georga niseerde boeren, met een kleine reserve voor een aantal kas siers, die overwegend practisch boer, onderwijzer of iets anders van beroep zijn. Voor de kassier die overwegend in het boerenbedrijf werk zaam is, liggen de belangen verankerd in de beginselen en doelstellingen van zijn organisatie, de Boerenbond. Men kan echter in de statuten van de Boerenbond tevergeefs zoeken naar een artikel, waarin de belangen zowel op geestelijk als stoffelijk gebied, van de ambtenaren harer economische in stellingen in het bijzonder ter behartiging worden vermeld. Dat wij de belangen der boerenbevolking naar goed ver mogen dienen, is vanzelfsprekend, doch tot op zekere hoogte doet de notaris en de dorpssmid dat ook, om van de pastoor en de dokter maar niet te gewagen. Toch zal de kassier van Meerlo de eerste zijn om te erkennen, dat genoemde mensen hun belangen niet in de Boerenbond, als voor hen passende standsorganisatie, zullen behartigd vinden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1952 | | pagina 30