8421
de laatste beursdag van dat jaar, een en ander voor de drie
grootste staatsfondsen:
koers '51 koers '51 28-12-'51
3—3%% Nederland 1947 97% 79% 85%
Vergeleken bij de voorafgaande jaren was de emissie
activiteit ter beurze van Amsterdam zeer groot; de aande
lenmarkt eiste ruim 250 millioen gulden op, de obligatie-
markt een kleine 600 millioen. Philips, Unilever en A.K.U.
waren wel de voornaamste kapitaalvragers. Op de obligatie-
markt kon men na April met kans op succes nog slechts een
beroep doen met 4%%-leningen, tenzij men met speciale
attracties erin wist te slagen ook een 4%-lening aantrekke
lijk genoeg te maken.
De tweede helft van 1951 gaf een versterking te zien van
onze deviezenpositie en een verbetering in de waardering
van de gulden in het buitenland. Binnen het kader van de
Europese Betalings Unie daalde onze schuld, die aanvanke
lijk reeds bedenkelijk hoog was opgelopen, in de loop der
laatste maanden zeer snel en op 15 Januari j.l. kon de Minis
ter aan de Kamer mededelen, dat Nederland sinds enige da
gen een vordering had op de E.B.U.
Aan het slot van deze rubriek mogen nog enige practische
opmerkingen volgen.
Bij het betalen van V.A.B., V.H.I. en zogenaamde „oude
belastingen" door middel van Staatsfondsen, waarbij men
tegen de thans geldende koersen nog altijd een voordeel
van 13 a 14% geniet, doen zich herhaaldelijk moeilijkheden
voor, doordat de belastingschuldige tè lang wacht met het
geven van de betalingsopdracht (vaak tot hij een „kwartje"
heeft thuisgekregen of zelfs een dwangbevel). Het zeer voor
delige betalen van belasting met staatsschuld is echter een
betrekkelijk omslachtige, vaak langdurige procedure: om
moeilijkheden met de belastingdienst te voorkomen, zal het
daarom in genoemde gevallen vaak wenselijk zijn, dat de
kassier schriftelijk aan de betrokken ontvanger mededeelt,
dat door zijn bemiddeling aan de C.C.B. opdracht werd ge-
hoogste laagste koers
3% Grootboek 1946
3% Invest. Certif.
95% 81% 87
98% 84% 88%