8373 politiek, doordat we alles erop wiilen zetten, dat onze boe renleenbanken de spaarrentevergoeding kunnen bepalen ten minste op 2,40% voor niet-leden en 2,50% voor leden. Daar naast zal onze rentepolitiek een corrigerende functie moeten hebben, nu de toepassing van de credietbeperkingsmaatrege- len kunnen medebrengen, dat zelfs boerenleenbanken met nog betrekkelijk geringe uitzettingen zich nog enige beper king zouden moeten getroosten, opdat niet elders land- en tuinbouw onnodig de last zouden te dragen krijgen van ho gere rentepercentages voor crediefen en voorschotten. Het spreekt vanzelf, dat wij daarbij de verdelende rechtvaardig heid moeten toepassen door de boerenleenbanken met rela tieve grotere tegoeden bij de Centrale Bank over die hogere tegoeden ook een hogere rentevergoeding te verlenen. Daarbij zal als uitgangspunt kunnen dienen de bepaling van artikel 8 van het Huishoudelijk Reglement van de Centrale Bank, waarin het beginsel is neergelegd, dat boerenleenban ken slechts voor beleggingsuitzettingen in aanmerking kun nen komen, zolang zij 1/3 van het inleggerstegoed bij de Centrale Bank in rekening-courant onderhouden. Het ligt nu in de bedoeling cm voor bedragen, die boven het 1/3 ge deelte van het inleggerstegoed in rekening-courant bij de Centrale Bank zijn gestort, over 1952 een rente te vergoeden van 2,64% en voor bedragen in rekening-courant bij de Centrale Bank gestort tot dat bedrag een rente te vergoeden van 2,50%. Zo dikwijls het rekening-courant tegoed van een boerenleenbank daalt beneden het evengenoemde 1/3 ge- deelte, zal over het rekening-courant-tegoed een rente van 2%% worden vergoed. Hiermede wordt een systeem van variabele rentevergoe ding bij de Centrale Bank ingevoerd als correctie op de na delige gevolgen van de credietbeperkingsmaatregelen, die hier en daar aan de dag treden en voorts als grondslag voor een actieve boerenleenbankpolitiek, ook daar, waar in de kring van de boerenleenbank betrekkelijk geringe uitzettings mogelijkheden aanwezig zijn. Daar zullen dikwijls de kansen het grootste zijn nieuwe spaargelden of rekening-courantgel- den aan te trekken. Al met al kan ons gezamenlijk streven ook aldus worden

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 3