8393
sen. De Boerenleenbank zal in daf geval de kassen als een
afzonderlijke kavel, los van de overgang van de pachtver-
houding, kunnen verkopen en zich op de opbrengst daarvan
kunnen verhalen. De koper verkrijgt dan in feite bouwmate
rialen en de waarde aan deze bouwmaterialen voor de toe
komst toe te kennen bepaalt de hoogte van het onder hypo
thecair verband van de kassen te verlenen voorschot of cre-
diet. Voorts zal in de hypotheekacte door de pachter-opstal
houder aan de Boerenleenbank moeten worden overgedra
gen de rechten, welke hem als opstalhouder bij het einde van
het recht van opstal uit kracht van de overeenkomst van
opstal of uit kracht van de wet tegenover de grondeigenaar
toekomen, terwijl door de grondeigenaar zuiver een eenvou
dig in deze cessie dient te worden toegestemd en wel bij
voorkeur door het medeverschijnen van de grondeigenaar
voor de notaris te wiens overstaan de hypotheekacte wordt
verleden.
Tot slot nog enige opmerkingen over de situatie, welke
ontstaat indien vóór de vestiging van het recht van opstal
reeds hypotheken op de grond drukken. Vaststaat, dat het
recht van opstal dan ten aanzien van de „oude" hypotheek
houder nietig is. Gaaf deze tot executie over, dan verkoopt
hij de hem verbonden volle eigendom en bewerkstelligt
daardoor de ondergang van het later gevestigde recht van
opstal. Dit risico kan uiteraard door een pachter niet genomen
worden. Wil een pachter gaan bouwen onder vestiging van
een recht van opstal, dan zal hij eerst ten hypofheekkantore
een onderzoek hebben in te stellen naar de bezwaardheid
van de grond. Blijkt dat de grond met hypotheek is bezwaard,
dan frachte hij de hypotheekhouder te bewegen om tot de
vestiging van het recht van opstal zijn medewerking of uit
drukkelijke toestemming te geven.
BOERENLEENBANK-PRAKTIJK.
De nieuwe jaarstukken.
Met ingang van 1 Januari 1948 werd definitief gebroken
met de kasboekhouding. Het zal de meeste kassiers nog wel
bekend zijn, daf deze kasboekhouding welke bestond uit