8391
dat besluit overeenkomstige toepassing vinden op overeen
komsten, waardoor tegen vergoeding ineens of in termijnen
zakelijke genotsrechten voor 25 jaar of korter op landerijen
gevestigd zijn. Deze toepasselijkheidsverklaring heeft dan
ook dikwijls tengevolge, dat rechten van opstal, van erf
pacht en vruchtgebruik worden gevestigd onder zodanige
bedingen en voorwaarden, dat hun zakelijk karakter wordt
aangetast en de juridische verschillen tussen deze rechten
en de pachtverhouding worden verdoezeld, waardoor de
rechtszekerheid, de zuiverheid van de rechtsverhoudingen en
daarmede de bedoeling van partijen in het gedrang komen.
Dezerzijds wordt dan ook geadviseerd om, indien partijen
pacht bedoeld hebben of bedoelen, de pachtovereenkomst,
zij het met de nodige wijzigingen, te handhaven of een
pachtovereenkomst te sluiten, doch daarnevens voor de duur
van de pachtverhouding aan de pachter het recht van opstal
te verlenen in de vorm zoals hierboven reeds is aangegeven
n.l. als een recht met geen andere inhoud dan de bevoegd
heid om gebouwen in eigendom te hebben op de grond
van de verpachter. Verleent de grondeigenaar aan de pach
ter dit recht, hetgeen dient te geschieden bij acte, (uiter
aard notariële), welke wordt overgeschreven ten hypotheek-
kantore, dan heeft hij daarmede tevens als verpachter de bij
artikel 26 van het Pachtbesluit vereiste schriftelijke machti
ging tot bouwen verleend.
De pachter mag als opstalhouder zolang zijn recht duurt
de door hem gestichte kassen afbreken, hij is daarvan im
mers, zij het dan ook tijdelijk, eigenaar, terwijl, indien hij bij
het einde van zijn recht van opstal niet heeft afgescheiden,
de verpachter, die dan de eigendom van de kassen ver
krijgt, verplicht is de waarde daarvan op die tijd aan de ge
wezen pachter-opstalhouder te betalen, welke laatste recht
van terughouding zal hebben tot dat die betaling zal zijn
voldaan. Een regeling van de rechten van de pachter terzake
van diens stichtingshandelingen behoeft dan in het pacht-
contract niet getroffen te worden. Men kan in deze volstaan
met in het pachtconfract te verwijzen naar het gevestigde
recht van opstal.
De combinatie van pacht met het recht van opstal in bo
vengenoemde zin waarborgt n.o.m. de belangen van de