8335 instelling, die tot taak heeft om zijn bezoeker te bestuderen om te ontdekken en hem bewust te doen worden wat voor hem van belang kan zijn, om aan zijn werkzaamheid richting te geven en, indien hij te paard geholpen is, met doorzicht en overleg de verdere gang van zaken te volgen van de onderneming of van het bedrijf, welke hij financiert. Is dat niet een sociale en morele werkzaamheid vervullen, die bij uitstek kostbaar en vruchtbaar is? Ondanks dat alles zal de crediet- of kapitaalverschaffer er van verzekerd willen zijn, dat het door hem in een bedrijf gestoken kapitaal niet verloren gaat. Het gaat hem ter harte, uiteraard onder voorbehoud van een redelijke rente, dat het kapitaal een instrument wordt ten gunste van anderen en van de gemeenschap. Dit alles veronderstelt echter, dat de onder neming of het bedrijf zijn medewerking ook verdient en dat het bedrijf van de credietvrager ook in staat is om de credief- of kapitaalverschaffer te interesseren opdat er overeenstem ming is met zijn middelen en met zijn persoonlijke belang stelling of taak in het financieel bestel. Hieruit vloeit voort weer een andere belangrijke kant van Uw functie. Hij die zijn toevlucht tot U neemt om een bankcredief te verkrijgen, dat kan zijn een jonge uitvinder, een man vol ini tiatieven, een weldoener van de mensheid. Gij moet hem bestuderen om niet het gevaar te lopen, dat gij het leen- kapitaal toevertrouwt aan een utopist of aan een oplichter. Van de andere kant ook om niet te riskeren, dat gij een cre dietvrager, die het verdient en die in staat is om de mens heid grote diensten te bewijzen, maar aan wie slechts de noodzakelijke middelen ontbreken om zijn plannen te ont wikkelen, terzijde schuift. Gij moet zijn waarde meten, zijn ontwerpen en plannen begrijpen, hem helpen en indien het geval zich voordoet, hem van raad dienen of een bepaalde suggestie aan de hand doen om hem een onvoorzichtigheid te besparen of om zijn ideën in een meer practische vorm te gieten, tenslotte om te bepalen op welke wijze de financie ring het best kan worden geregeld. Hoeveel genieën, hoe veel vernuftige lieden, edelmoedig en werkzaam, blijven desondanks in de ellende, ontmoedigd, als zij zijn, laten niet anders voortbestaan dan de idee, maar een idee, die zoveel

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 5