8362 UIT DE ORGANISATIE. Van kassier tot kassier. Wij hebben met onze rubriek tweemaal verstek laten gaan, hetgeen evenwel niet zeggen wil, collega's, dat wij twee maanden vacantie hebben genoten; dat is er voor 'n kassier niet bijl Hierover willen wij ons allerminst beklagen want ,,Labor ipse voluptas", ,,het werk is op zichzelt aangenaam". Enige tijd geleden belootden wij, te zullen terugkomen op het chapiter van het „papieren geheugen" en daarmede zul len wij ons ditmaal eens bezighouden. Over genoemd onderwerp hebben wij een lange briet in portefeuille van de kassier van Ospel, te lang om helemaal af te drukken, maar waarvan wij de hoofdlijnen hier laten volgen. Onze collega stelde voor om de circulaire te verdelen in 9 groepen, genummerd van I tot en met IX. Groep I (en meerdere) zouden worden onderverdeeld in verschillende ondergroepen, zodat de nummering b.v. zou luiden I 1, I 2 en VIII 4, IX 3 etc. De circulaires zouden tevens de gebruikelijke nummering blijven volgen, zodat een bepaalde circulaire b.v. zou wor den aangeduid met dit nummer: Groep I 14 389/4. Ter ver duidelijking: I is groep, 14 ondergroep, 389 volgnummer en 4 is 4e bekendmaking over hetzelfde onderwerp. Voorts vraagt Ospel: één formaat voor alle circulaires, één onderwerp per circulaire, gegomde strookjes met aanduiding van wijzigingen of verwijzingen. Het schema van opberging worde afgedrukt op het titelblad en de groepen afgescheiden door fussenbladen, voorzien van een uitspringend gedeelte voor het vermelden van het groepsnummer. Tot zover het voorstel van onze collega van Ospel. Nu moge het al een hele prestatie zijn, een behoorlijk systeem uit te denken en op papier te zetten, moeilijker is het aan de hand van de bestaande mogelijkheden een prac- tische methode te vinden, die tegelijk economisch, efficiënt en hanteerbaar is en bovendien kan worden voorgezet aan mensen met zeer uiteenlopende administratieve vaardighe den.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 32