8357
belasting over die jaren terzake van deze depositobrief niets
behoeft te worden aangegeven. Wordt op of na 1 Januari
1954 doch vóór 15 November 1954 verzilverd, dan behoort
uiteraard voor het belastingjaar 1954 niet nogmaals 22,46
als inkomen te worden aangegeven; dit bedrag wordt welis
waar in 1954 geind, doch is als zijnde reeds in 1953 inbaar
bij het inkomen 1953 geteld. Op 15 November 1954 is de
waarde van de depositobrief opgelopen tot 776,40, welk
bedrag inbaar is in het tijdvak 15 November 1954 tot en met
14 November 1955. Voor het belastingjaar 1954 dient der
halve, onverschillig of de depositobrief al dan niet in 1954
wordt verzilverd, als rente-inkomen te worden aangegeven
j 776,40 757,46 of 18,94, terwijl met betrekking tot
de verzilvering op of na 1 Januari 1955 doch vóór 15 No
vember 1955 uiteraard hetzelfde geldt als hierboven is ge
zegd aangaande een eventuele verzilvering in het tijdvak
1 Januari 1954 tot en met 14 November 1954. Op 15 Novem
ber 1955 bedraagt de waarde 797,96; het rente-inkomen
over 1955 bedraagt derhalve 797,76 776,40 of 21,36.
Voor het belastingjaar 1956 geeft men als rente-inkomen op
het verschil tussen de waarde op 15 November 1955 en die
op 15 November 1956 zijnde 821,71 797,76 of 23,95,
voor het belastingjaar 1957 848,44 821,71 of 26,73
en zo voorts.
Bij tussentijdse verkoop of schenking, welke heel eenvou
dig door overreiking van de brief kan geschieden zonder dat
daarbij bemiddeling van een Bank, een schriftelijke verkla
ring of enige andere formalifeit is vereist (de Centrale Bank
betaalt aan de houder van het stuk) ligt met betrekking tot
de inkomstenbelasting de zaak precies eender als in het be
gin van dit artikel aangaande verkoop en schenking van een
obligatie is gezegd. Wordt een Boerenleenbank-deposito-
brief b.v. gedateerd 15 November 1951 verkocht in de loop
van het jaar 1952, dan bedraagt, gezien de lopende rente, de
waarde en dus de opbrengst, uiteraard meer dan 735,
Deze meerdere opbrengst zal de verkoper als inkomen voor
het belastingjaar 1952 moeten opgeven, terwijl de koper
voor het belastingjaar 1953 (op 15 November 1953 bedraagt
de waarde 757,46) als inkomen zal hebben op te geven
757,46 735,of 22,46, op welk bedrag hij als
kosten van verwerving mag in mindering brengen het bedrag