8353 ling of de bankgarantie wenst af te geven, moeten zelf lid van de Boerenleenbank zijn. Voor niet-leden mag dus geen ga rantie worden verleend evenmin als zij voor credietverlening in aanmerking kunnen komen. Niet alleen zou dit in strijd zijn met de statuten, doch ook overwegingen van fiscale aard dwingen de Boerenleenbank zich bij de uifoefening van deze werkzaamheden uitsluitend tot de leden te beperken. De lo gische consequentie hiervan is, dat de Boerenleenbank zich bij het geven van borgstellingen en bankgaranties vrijwel uit sluitend zal moeten beperken tot de landbouwsfeer. Haar leden toch behoren voornamelijk tot deze sector. Typische voorbeelden hiervan zijn garanties voor stroomcontracten door de electriciteitsmaatschappij met een landbouwbedrijf aan fe gaan en dergelijke. Ligt het verstrekken van de bankgarantie niet op de weg van de Boerenleenbank, omdat de aanvrager niet voor het lidmaatschap daarvan in aanmerking kan komen ofwel omdat overwegingen van andere aard zich daartegen verzetten, dan kan de kassier niet beter doen dan de betrokken cliënt te ver wijzen naar de Centrale Bank, die gaarne bereid is in een dergelijk geval zelf de garantie te fourneren, indien zij dit althans verantwoord acht. 2) De inhoud van de acte, welke de Boerenleenbank als borg of garanfe moet ondertekenen, mag geen bepalingen bevatten, welke zij als borg bezwaarlijk kan aanvaarden. Zo moet de bank zich b.v. de bevoegdheid voorbehouden om de borgstelling te beeindigen door opzegging, wanneer haar dit om een of andere reden gewenst mocht voorkomen. De mogelijkheid tot opzegging mag dus nooit in de door de Boerenleenbank te ondertekenen acte van borgstelling ontbreken. Geen bezwaar bestaat er uiteraard tegen de mogelijkheid de opzegging bij de acte aan een bepaalde termijn van b.v. drie of zes maanden te binden. Wanneer dus aan de Cen trale Bank goedkeuring wordt gevraagd voor het verlenen van een bepaalde bankgarantie, zal het concept voor de acte, welke van de Boerenleenbank wordt verlangd, steeds bij de aanvrage moeten worden bijgesloten. 3) Het bestuur van de Boerenleenbank zal eerst tot het ondertekenen van de acte van borgstelling mogen overgaan

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 23