8349 viezenvoorraad met i 400 millioen toegenomen. Op korte termijn zal echter ook hierin een kentering komen. Van grote betekenis zal in dit geval zijn, welke gevolgen de Engelse invoerbeperkingen zullen hebben op onze uit voer naar Groot-Brittannië. Wegens het grote tekort op de Britse Betalingsbalans is de nieuwe Regering overgegaan tot een drastische beperking van de invoer, niet het minst uit de West-Europese landen. Ook onze land- en vooral tuinbouw worden hierdoor getroffen; speciaal betreft dit vlees in blik, verwerkte groenten, verwerkt fruit, vers fruit, komkommers en rabarber. Het is nog niet bekend, hoever de importbeperkin gen zullen gaan en tot hoe lang deze zullen gelden. De Britse Regering heeft de Marshall-organisatie in Parijs al mede gedeeld, dat zij het liberalisatiepercentage dat alleen be trekking heeft op de particuliere import voorlopig wenst terug te brengen van 90 op 65. Deze Organisatie zal nu moe ten nagaan, in hoeverre door de Britse maatregelen essen tiële belangen van andere Marshall-landen benadeeld zullen worden. Zo nodig zal zij de Britse Regering moeten bewegen tot het aanbrengen van wijzigingen in de invoerbeperkingen. Het is voor ons land gelukkig, dat de uitvoer van fruit voor een goed deel reeds achter de rug is en dat Duitsland zijn invoer geleidelijk verruimt. In tegenstelling tot Groot-Brit- tann'ë, wiens positie in de Europese Betalingsunie in het laat ste halfjaar aanzienlijk is versterkt, heeft West-Duitsland in de afgelopen maanden steeds overschotten kunnen kweken, zo dat zijn schuld aan de Betalingsunie nagenoeg verdwenen is. Daarom is dit land verplicht en in staat om langzamerhand de kwantitatieve invoerbeperkingen, welke het in begin 1951 trof, weer ongedaan te maken. Prijsbeheersing van landbouwgronden. Naar aanleiding van de Memorie van Antwoord op het wetsontwerp Regeling Rechtshandelingen Landbouwgronden, Waarin regels worden gegeven m.b.t. de koop en verkoop van landbouwgrond, heeft de Stichting voor de Landbouw •zich tot de Tweede Kamer gericht. In dit schrijven wordt me degedeeld, dat de kleinst mogelijke meerderheid van het bestuur van oordeel is, dat de prijsvorming van landbouw gronden moet worden vrijgelaten. Het hoofdmotief van deze mening is de omstandigheid,

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 19