8344 tingen, die derhalve, zoals uit het voorafgaande voortvloeit, slechts kan worden ingevoerd met medewerking van de bei de leden van de Commissie van Advies. Dit zou bijv. ook gelden voor een voorschrift, waarbij werd beoogd beleg gingsuitzettingen afhankelijk fe maken van voorafgaande toe stemming van De Nederlandsche Bank. 5. Reeds in de memorie van toelichting bij het aanvan kelijke wetsontwerp werd te kennen gegeven, dat vooral wordt gedacht aan een quantitatieve credietcontrole. Een voorbeeld daarvan kennen wij in de geldende credietbeper- kingsregeling, waarin is neergelegd zowel een absoluut cre- dietplafond (105% van de debetsaldi per September 1950) als een relatief credietplafond (volgens hefwelk 10% van de credit-gelden tenmintse voor credietverlening wordt vrijge geven). In verband met de wijziging van de geldende cre- dietbeperkingsregeling, die met ingang van 1 September is ingegaan, weten wij van hoe groot belang het is, dat uit eindelijk niet alleen de stand der debetsaldi van iedere in dividuele boerenleenbank beslissend is voor het bedrag, dat bij De Nederlandsche Bank moet worden opgenomen, doch de totaal stand der debetsaldi van alle boerenleenbanken. Gelukkig is nu ook in het wetsontwerp Toezicht Credietwe- zen de mogelijkheid geschapen, dat zowel de sociaal-econo mische als de bedrijfs-economische voorschriften op de col lectiviteit hetzij van de boerenleenbanken alleen dan wel van de boerenleenbanken en de Centrale Bank samen kun nen worden toegepast. Zouden derhalve op grond van het eenmaal wet geworden wetsontwerp hetzij absolute of rela tieve credietplafonds worden ingevoerd, dan wel de ver plichting om een minimum percentage der toevertrouwde creditgelden in dadelijk te realiseren activa (liquiditeiten) aan te houden, dan zou niet persé iedere individuele boeren leenbank aan dit voorschrift behoeven te voldoen, doch zou het voldoende zijn, dat hetzij het geheel van boerenleen banken alleen dan wel het geheel van boerenleenbanken en Centrale Bank aan de eisen van het voorschrift voldoen. Zou bijv. een minimum liquiditeitspercentage worden voor geschreven of een maximum grens aan de debetsaldi worden gesteld, dan zou niet iedere boerenleenbank individueel aan dat minimum percentage van liquiditeiten zijn gebonden

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 14