8340
dan moeten ook de z.g. zelfstandige banken zich ter registra
tie aanmelden bij een van de beide Centrale Banken. In ver
band met de daardoor uit te brengen keuze voor een van de
beide Centrale Banken zal, naar wij veronderstellen, vervol
gens De Nederlandsche Bank aan de zelfstandige banken de
verplichting opleggen om zich of bij de desbetreffende Cen
trale Bank als lid aan te sluiten of zich onder toezicht van die
Centrale Bank te stellen (art. 19).
2. Nadat de registratie aldus heeft plaats gevonden, kan
de eigenlijke toepassing van de wet beginnen. Wij stellen
ons voor, dat al spoedig aan de orde zullen komen de arti
kelen 15 en 16. Ingevolge eerstgemeld artikel kan de ver
plichting worden opgelegd om jaarlijks binnen een nader te
stellen termijn een balans met winst- en verliesrekening in
een daarvoor te bepalen model bij de Centrale Bank in te
dienen. Een regeling van het onderzoek daarvan lijkt voor
de aangesloten boerenleenbanken overbodig, omdat de In
spectiedienst van de Centrale Bank vanouds daarmede is be
last. Natuurlijk kan dit onderzoek niet voltooid zijn, voordat
de termijn, waarbinnen de jaarstukken bij de Centrale Bank
moeten worden ingediend, verstreken is. Het verplichte ac
countantsonderzoek, dat in het tweede lid van artikel 15 is
geregeld, zou derhalve ten hoogste voor toepassing op de
niet aangesloten banken in aanmerking komen, eventueel met
inschakeling van de inspectiediensten van de beide Centrale
Banken. Artikel 16 regelt vervolgens de verplichting om pe
riodiek staten betreffende het bedrijf in te dienen bij De
Nederlandsche Bank of de aangewezen organen (lees: Cen
trale Banken). De maandstaat, die van de credietbeperkings-
regeling al bekend is, zal derhalve met toepassing van artikel
16 een nieuwe wettelijke grondslag krijgen.
3. Van groot belang is, dat thans, na het hartige gesprek,
dat ongetwijfeld daarover in het mondelinge overleg is ge
voerd, het wetsontwerp uitgaat van een scherp onderscheid
tussen de bevoegdheden van De Nederlandsche Bank om
aan de geregistreerde credietinstellingen algemene voor
schriften voor haar bedrijfsvoering te geven uit algemeen
economisch en monetair oogpunt (het z.g. sociaal-econo
misch aspect), enerzijds, dan wel uit bedrijfs-economisch oog-