8305
lijk viel de toepassing der credietrestrictiemaatregelen op de
boerenleenbanken al heel ongunstig uit en wel omdat de
credietrestrictieregeling op de boerenleenbanken individueel
werd toegepast en niet op de collectiviteiten der bij een
Centrale Bank aangesloten boerenleenbanken. Hierdoor wa
ren de plaatselijke banken in het nadeel bij de handelsbank
organisaties, die als één rechtspersoon naar buiten optreden.
Verschuivingen in de credietbehoeften door seizoensinvloe
den hadden tot gevolg, dat boerenleenbanken met een toe
nemende credietvraag meer crediet bij De Nederlandsche
Bank moesten opnemen, zonder dat met de teruglopende
credietfinanciering bij andere boerenleenbanken werd reke
ning gehouden. Bij een als een geheel optredende handels
bankorganisatie vindt automatisch compensatie plaats van fi
nancieringsbehoeften, die het gevolg zijn van seizoensinvloe
den. Gelukkig kan worden vermeld, dat op dit punt de voor
de boerenleenbanken geldende credietrestrictieregelingen
zijn gewijzigd en thans voor verplichte credietopneming bij
De Nederlandsche Bank niet langer bepalend is de debiteu
renpositie van iedere boerenleenbank afzonderlijk doch de
debifeurenpositie van de gehele bij een Centrale Bank aan
gesloten collectiviteit van boerenleenbanken.
Voor de toekomst is deze wijziging van groot belang. De
credietrestrictieregeling dient immers te worden gezien als
een vooruitgrijpen op credietrestrictiemaatregelen krachtens
het wettelijk toezicht op het credietwezen. Daarbij zal naar
het Belgisch voorbeeld toepassing worden gegeven aan de
krachtens de wet aan De Nederlandsche Bank toekomende
bevoegdheid om voorschriften te geven nopens
a. de minimale omvang der liquide middelen of van bepaal
de onderdelen dier liquide middelen in verhouding tot de
toevertrouwde gelden of bepaalde onderdelen daarvan;
b. de maximale omvang der credietuitzeftingen al dan niet
in verhouding tot het eigen vermogen of in verhouding
tot de toevertrouwde gelden of bepaalde onderdelen
daarvan.
De geldende credietrestrictieregeling heeft nu met het oog
op de toekomst deze betekenis, dat de liquiditeitsposities der
credietinstellingen practisch bevroren zijn, omdat bij uitzet-