8304 nog de bijzondere bepaling, daf voor ondernemingen, die collectiviteiten uitmaken werkende onder toezicht van een centrale, deze laatste heeft te bewijzen, dat de beleggingen van de collectiviteit in haar geheel genomen beantwoorden aan de voorwaarden, die zijn voorzien bij het reglement van controle. Op de betekenis van dit laatste voorschrift komen wij hierna nog terug. Nederland heeft na de bevrijding lang een politiek van ruim geld gevolgd. Op de mérites daarvan kan hier niet verder worden ingegaan. Mede onder invloed van de libera lisatie van de handel met het buitenland kon de ruim-geld- polifiek niet worden bestendigd, omdat zij zou hebben geleid tct een volkomen ontwrichting van de betalingsbalans. In de loop van 1950 werden de bakens verzet, niet alleen wat be treft de invloed van de overheidsfinanciën op de monetaire situatie die, afgezien van de geldsteriliserende werking van de Marshall-hulp, tof dan toe geldscheppend hadden gewerkt, doch ook voorzoveel betreft het bankcredief. Daarbij werd het voorbeeld van België gevolgd. Met ingang van 1951 werden credietrestrictiemaatregelen van kracht, die recht streeks het volume van de credietgeving beïnvloeden. Bij overschrijding van de limites der credietbeperking, die zijn geënt op de liquiditeitspositie der credietinstellingen in de basisperiode, die slechts met 10% mag worden verminderd alsmede op het absolute bedrag aan uitstaande credieten per 30 September 1950, dat slechts met 5% mag worden ver hoogd door credietfinanciering uit aan de credietinstellingen toevertrouwde middelen, moet een verdere crediefuitzetting door de credietinstellingen worden gefinancierd met bij de circulatiebank opgenomen crediet. Daardoor is de disconto- schroef van De Nederlandsche Bank weer effectief geworden. Het promesse-diconto van De Nederlandsche Bank werd aan vankelijk verhoogd van 3 op 3j/2% en vervolgens op 4^ gebracht. Ook het coöperatieve landbouwcrediet werd onder de wer king van de credietrestrictiemaatregelen gebracht. Een ten- denz tot renteverhoging was hiervan het gevolg, omdat de boerenleenbanken al onmiddellijk moesten rekening houden met credietopneming bij De Nederlandsche Bank. Aanvanke-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 6