8265 nog moest worden uitgeworpen. Zijn gehele jonge, gave en kracht.ge persoonlijkheid heett Kapelaan Souren ingezet om vooral in het Limburgse gewest de oprichting van boeren leenbanken te propageren. Met Pater van den Eisen was hij „onbezoldigd inspecteur" van de Centrale Bank, in welke hoedanigheid hij de boerenleenbanken afreisde en van zijn bezoeken aan de plaatselijke banken gebruik maakte, „om den waren geest van burgemeester Raiffeisen vooral bij alle leden ingang te doen vinden". Geen wonder, dat Kapelaan Souren aangewezen werd om naast J. Truyen uit Meijel voor Limburg zitting te nemen in de eerste Raad van Toezicht van de Centrale Bank, die bij de oprichting in 1898 werd geconstitueerd. Tot 1902 bleef Kapelaan Souren lid van de Raad van Toezicht, die overeen komstig de toen geldende statuten van de Centrale Bank, in feite de tegenwoordige functie van het Bestuur vervulde. In 1902 werd Kapelaan Souren naar Maastricht overge plaatst en kon daardoor niet langer deel uitmaken van de Raad van Toezicht, omdat daarvoor het lidmaatschap van een plaatselijke bank, die toentertijd in Maastricht niet be stond, als vereiste gold. Wel bleef Kapelaan Souren ook als kapelaan te Maastricht nog geruime tijd onbezoldigd het in specteurschap van de Centrale Bank waarnemen. Geleidelijk aan heeft hij zich daarvan echter moeten terug trekken, omdat hem de noden van de stad en in het bijzon der van de arbeiderstand meer en meer ter harte gingen. Kon met de voorspoedige groei en ontwikkeling van de Centrale Bank en van de boerenleenbankorganisafie worden gesteld, dat de pioniersarbeid van Souren haar resultaten reeds had opgeleverd, elders en met name onder de arbei ders was nieuw pionierswerk te verrichten, waartoe Souren zich meer en meer getrokken gevoelde. Voor ons is Souren, ongeacht het vele geestelijke, sociale, en charitatieve werk, dat door hem op ander gebied is ver zet, de man gebleven van het eerste uur, die zijn brede schouders zette onder de eerste poging, die werd onderno men om door middel van hef coöperatieve landbouwcrediet op basis van de christelijke naastenliefde de boerenstand een betere toekomst te verzekeren, waarin ook de gods- Verslag van Inspecteur Souren in W.N.C.B. van 21-4-1900.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 3