8288 Heren Kassiers worden verzocht in geen geval losse cou pons per 1-11-1951 van de voorlopige schuldbewijzen in te zenden, daar de Centrale Bank deze onbetaald moet retour neren. Men advisere de betrokken cliënten hun voorlopige schuldbewijzen 3% Grootboek 1946, voorzien van de cou pon per 1-11-51 e.v., ten spoedigste ter omwisseling aan de Centrale Bank te doen inzenden. Ook de uitloting der 3% Grootboek 1946 per 1 November a.s. geschiedt nog uitslui tend over de definitieve schuldbewijzen. Tenslotte dient men er rekening mede te houden, dat bij inzending van voorlopige schuldbewijzen aan de Centrale Bank door deze eerst de omwisseling in definitieve schuld bewijzen moet worden uitgevoerd, alvorens de stukken kun nen worden verkocht of worden gebruikt voor belastingbe taling. Dit laatste geldt reeds vanaf 1 October 1951. BOERENLEENBANK-PRACTIJK. De behandeling en de administratie van de Spaar-, Depo sito-, Voorschot- en Lcpende-Rekening-boekjes. II. Aan het slot van het vorig artikel wezen wij op de nood zakelijkheid van het steeds volledig bijzijn van de boekjes, d.w.z. dat de transacties welke op een rekening plaats vin den hetzij bij voorkeur direct, hetzij zo spoedig mogelijk in het boekje worden ingeschreven. Voor de rekeninghouder is het van belang dat deze steeds in het boekje de juiste stand van de rekening kan zien. Voor de kassier schuilt in het niet volledig bijgewerkt zijn van de boekjes het gevaar, dat op grond van het saldo dat het boekje aangeeft terug betalingen of overschrijvingen worden verrichf waarvoor het saldo van de grootboekrekening niet toereikend is, met alle gevolgen van dien. Om fe bereiken, dat de boekjes steeds het juiste saldo aangeven, dient men: 1. onder geen voorwaarde contante inlagen te accepteren of terugbetalingen te doen zonder dat daarbij het boekje wordt overgelegd; 2. geen overschrijvingen ten laste van een spaar- of lopende

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 26