Omwisseling 3% Grootboek 1946. 8287 ken, teneinde een eventuele emissie ener nieuwe staatsle ning voor te bereiden. Een emissie op een rentebasis bene den het rendementsniveau ter beurze zou tot mislukking ge doemd zijn, zoals in feite ook de 3%% Nederland 1951 een mislukking moest heten, terwijl eenvoudige aanpassing aan het rentepercentage, dat per eind Augustus uit de bus kwam, voor de Staat thans wel zeer ongelegen komt; ook de wo ningbouw, die toch al in het gedrang geraakte, zou extra hinder ondervinden, mede in verband met de condities der lening ad 250 millioen gulden, aangegaan met de levens verzekeringsmaatschappijen, waarvan wij reeds in het Juli- nummer gewag maakten; uitgifte van een staatslening boven 4% betekent, dat over hef niet-opgenomen gedeelte dezer woningbouwlening bij opname ook deze hogere rente zou moeten worden betaald. Het koersverloop der voornaamste Staatsfondsen moge blijken uit onderstaand lijstje: 2-1-51 31-8-51 19-9-51 33%% Nederland 1947 97% 80 85% 3% Invest. eert. 973^8 84% 89% 3% Grootboek 1946 95% 82 86% 3% Nederland 1962-64 96% 83 88% De hiervoor genoemde koersen per 19 September j.l. ge ven voor deze leningen het volgende effectieve rendement: 3-33/2% Nederland 1947 (looptijd 35% jaar) 4,18% 3% Invest. eert. (gem. looptijd 12 jaar) 4,2 3% Grootboek 1946 (gem. looptijd 16 jaar) 4,3 3% Nederland 1962-64 mbf (looptijd 13 jaar) 4,25% Wij maken van deze gelegenheid gebruik om nog eens de bijzondere aandacht van de Heren Kassiers te vragen voor hef feit, dat per 1 November aanstaande de rente der 3% Grootboek 1946 niet meer betaald wordt op de coupons der voorlopige schuldbewijzen, doch uitsluitend op de cou pons der definitieve schuldbewijzen. Alvorens de rente per 1 November kan worden geincasseerd dienen de houders van voorlopige schuldbewijzen deze om te wisselen in de finitieve.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 25