8281
Bij nauwkeurige lezing van het vorenstaande zal men heb
ben begrepen, dat over het saldo tegoed staande ten name
van een niet onder curatele of bewind gestelde zwakzinnige
door niemand kan worden beschikt, zelfs niet door zijn
ouders of andere huisgenoten. De betrokken zwakzinnige is
n.l. niet bij machte noch om zelf kwijting te geven noch om
andere te machtigen dit namens hem te doen. In een derge
lijk geval zal de familie dus eerst voor de benoeming van
een curator of bewindvoerder moeten zorgen, als zij over
het tegoed wil beschikken. In dit verband is het niet van be
lang ontbloot even de aandacht te vestigen op de volgende
bepaling van hef Burgerlijk Wetboek.
„Alle handelingen welke mochten hebben plaats gehad
vóór het verlenen der curatele op grond van onnozelheid,
krankzinnigheid of razernij uitgesproken, zullen kunnen wor
den vernietigd, indien de oorzaak der curatele blijkbaar be
stond op het tijdstip waarop die handelingen verricht zijn."
Zou dus de kassier, indien er geen curator of bewindvoer
der is, toch tot uitbetaling overgaan, dan bestaat er gevaar,
dat de later te benoemen curator de gegeven kwijting laat
nietig verklaren en de Bank zal noodzaken hetzelfde bedrag
nog eens voor de tweede maal uit te betalen. Dit risico blijft
steeds het teken aan de wand dat tot voorzichtigheid moet
nopen, speciaal in z.g. grensgevallen, waarbij de kassier zelf
niet goed weet of een bepaald persoon als toerekenbaar kan
worden beschouwd of niet. Doet zich zulk een geval voor,
dan kan hij niet beter doen dan zich dekken door overleg
ging te verlangen van een geneeskundige verklaring. Blijkt
uit deze verklaring, dat de inlegger naar de mening van de
huisarts als volledig toerekenbaar mag worden aangemerkt,
dan is de kassier verantwoord en kan hij rustig tot uitbetaling
overgaan; is het tegendeel het geval dan moet uitbetaling
worden geweigerd.
Het bovenstaande resumerende is dus de conclusie dat:
Ie. aan iemand die niet toerekenbaar kan worden geacht
geen gelden mogen worden uitbetaald, onverschillig of
hij onder curatele is gesteld of niet;
2e. degene, die tot curator of bewindvoerder is aangesteld
naar eigen inzicht over hef tegoed ten name van zijn
curandus staande kan beschikken of anderen (met uit
zondering van de curandus zelf) kan machtigen dit na
mens hem te doen;