8280
delingen no. 365) en van gehuwden (zie Mededelingen no.
376) is er een derde categorie van spaarrekeningen waarbij
ook nog even moet worden stilgestaan. Wij bedoelen de
spaarrekeningen staande ten name van personen, die geacht
kunnen worden niet meer over hun verstandelijke vermogens
te beschikken. Hiertoe behoren niet alleen de personen, die
om deze reden in een of ander gesticht verblijven, maar ook
zij, die, ofschoon niet meer helder van geesf zijnde, toch in
hun oude omgeving zijn gebleven, zoals b.v. personen, die
wegens hoge ouderdom verkindst zijn. Daar dergelijke per
sonen de draagwijdte van hun handelingen niet meer besef
fen, zijn zij niet bij machte verbintenissen aan te gaan of kwij-
fing te geven. Zij kunnen dus ook niet iemand anders machti
gen dit namens hen te doen. Zij staan te dien opzichte met
minderjarigen gelijk. Daar echter het beheer over hun vermo
gen moet blijven voortgaan, zal de familie er in de regel wel
voor zorgen, daf door de rechter een curator of een provi
sioneel bewindvoerder wordt benoemd. De curator of de be
windvoerder sfaat n.l. ten opzichte van het vermogen van de
zwakzinnige in gelijke verhouding als de vader of de voogd
voorzover het de activa van de aan diens zorgen toever
trouwde minderjarigen betreft. Voor personen, die onder
curatele zijn geplaatst of over wier vermogen een bewind
voerder is aangesteld gelden m.a.w. dezelfde voorschriften
als voor minderjarigen. Zolang dus de curatele of het bewind
voortduurt kan alleen de curator of de bewindvoerder over
het ten name van zijn curandus uitstaande tegoed beschik
ken en kwijting daarvoor geven. Hij kan uiteraard ook iemand
anders schriftelijk of mondeling machtigen dit namens hem te
doen. Zelfs een gehuwde vrouw of een minderjarige kan
door hem als gemachtigde worden aangewezen; niet echter
de zwakzinnige zelf. Indien dus de kassier reden heeft aan te
nemen, dat de aanbrenger van het boekje door curator of
bewindvoerder is gemachtigd het tegoed in ontvangst te ne
men, mogen ook de gelden ten name van een onder curatele
of bewind gestelde zwakzinnige worden uitbetaald aan de
gene, die daarom onder overlegging van hef boekje vraagt.
De door hem af te geven kwitantie moet dan per order van
de curator worden getekend. Aan de zwakzinnige zelf mo
gen echter nooit gelden worden uitbetaald, ook niet wan
neer hij in het bezit is van het boekje.