8277 horen; melk (behalve consumptiemelk), vlees, voeder- granen en aardappelen. De eieren horen eigenlijk ook hierbij, maar de Minister van Landbouw wil de eieren pas onder deze categorie brengen, wanneer de georganiseer de landbouw hierom vraagt. Als voorwaarde van een prijsgarantie voor eieren stelt de Minister echter een strikte regeling van productie en eieren. En het moet be twijfeld worden, of de pluimveehouderij dan nog veel prijs zal stellen op een minimum-prijsgarantie; 3) producten, waarvoor geen prijsregeling wordt ontworpen en waarvoor de marktrisico's geheel voor rekening van de producent komen. Hiertoe rekent de Minister verschil lende akkerbouwproducten als vlas, karweizaad, blauw- maanzaad, erwten en bonen en voorts vele tuinbouw producten (welke niet?). Wanneer men zich afvraagt, of deze paragraaf uit de Me morie van Toelichting zo heel veel nieuws brengt, dan moet daarop eigenlijk ontkennend geantwoord worden. De tot nog toe gevoerde prijspolitiek in de agrarische sector, een mengelmoes van voedselvoorzienings- en landbouwpolitiek, zal ook in het komende jaar worden toegepast. De Minister heeft in deze Memorie alleen getracht een schematische uit eenzetting van zijn prijspolitiek te geven. De enige grote wijziging bestaat hierin, dat de Minister waf het verlenen van een garantieprijs betreft nu onderscheid wil maken tussen consumptiemelk en indusfriemelk. Voor de consumptiemelk wil hij een prijs vaststellen op basis van kostprijs redelijke ondernemerswinst, terwijl hij voor de indusfriemelk alleen een minimum-garantieprijs wil verlenen aan de kale kostprijs, dus zonder ondernemerswinst. Voor het melkjaar November 1950/November 1951 was voor de melk een garantieprijs van 17ct. per kg. melk van 3,5% gegeven, welke prijs tevens de prijs was, waar voor de Nederlandse melkveehouderij consumptiemelk moest leveren. Aangezien deze prijs in het grootste deel van het jaar lager was dan de prijs welke men voor melk kreeg in dien deze voor industriële doeleinden werd verkocht, moest op consumptiemelk een toeslag betaald worden. Gedeelte lijk geschiedde zulks door de Overheid, grotendeels echter door de melkveehouderij zelf, nl. via het Zuivelfonds. Hef

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 15