8275 te houden. Indien immers moet worden aangenomen, dat het coöperatieve landbouwcrediet in vergelijking met voor heen voor zoveel zwaardere financieringsopgaven zal ko men te staan, waarvan ook het balansbeeld van de Centrale Bank overduidelijk getuigt met een vertienvoudiging van het met de financiering van de bedrijfscoöperat.es van boer en tuinder gemoeide bedrag, dan is het zaak door een juiste vaststelling van debetrentetarieven te voorkomen, dat finan- cieringsaanvragen, die niet in de eerste plaats bij het coö peratieve landbouwcrediet thuis horen, door een aanmerke lijk lagere dan elders voor hypothecaire geldleningen gel dende rente toch naar het voor boeren en tuinders bestemde geldreservoir van hef coöperatieve landbouwcrediet worden getrokken. Laten wij derhalve voor de toekomst erop bedacht zijn, dat land- en tuinbouw op de eigen hulp van de boerenleen bank zijn aangewezen en dan ook bijtijds het spreekwoord in praktijk brengen: boer, pas op je kippen. Dit kunnen wij doen door met een passend rente-tarief slechfs op koopjes beluste kapers van de kust te houden en het geld te bewa ren voor rendabele investering in land- en tuinbouw, die een met 34°/o verhoogde rente als gevolg van de jongste rente-circulaire gemakkelijk kunnen dragen. LANDBOUW-ECONOMISCH NIEUWS. Prijsbeleid m.b.t. de landbouw. In de Memorie van Toelichting op de Begroting van Land bouw 1952 heeft de Minister van Landbouw enige medede lingen gedaan over hef prijsbeleid, dat de Regering in het begrotingsjaar 1952 m.b.t. land- en tu nbouwproducten zal voeren. Het prijsbeleid zal er enerzijds op gericht zijn rede lijke bestaansmogelijkheden te verschaffen aan de landbouw en anderzijds op de voorziening van het Nederlandse volk met voedingsmiddelen tegen niet te hoge prijzen. Duidelijk laat de Minister doorschemeren, dat hij de voor keur geeft aan een grote mate van vrijheid in de prijsvor ming van de agrarische producten, o.a. omdat een sterk in-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 13