8219 ook de credietverlening in de vorm van debetsaldi door de andere boerenleenbanken. De onderlinge solidariteit nu, die onze boerenleenbanken bindt, brengt met zich mede, dat hiermede in de toekomst terdege wordt rekening gehouden. Mag enerzijds worden aangenomen, dat de boerenleenban ken, die de grens van de credietbeperkingsregeling hebben overschreden en reeds aan credietopneming bij De Neder- landsche Bank toe zijn, credietaanvragen, die tot een verdere uitzetting van het bedrag der debetsaldi zouden leiden, met de grootst mogelijke terughoudendheid in behandeling ne men, ook de boerenleenbanken, die nog over vrije crediet- ruimte beschikken, zullen voortaan moeten bedenken, dat alnaargelang die vrije credietruimte wordt opgebruikt, de boerenleenbanken, die de credietlimites hebben overschre den, meer crediet bij De Nederlandsche Bank moeten opne men, ook indien zij de eigen debetsaldi niet verder opvoe ren. Nu ligt de opmerking voor de hand, dat derhalve het gewijzigde systeem van de credietbeperkingsregeling tot ge volg zou kunnen hebben, dat de boerenleenbanken met de geringste uitzettingen, die derhalve doorgaans ook een ge ringere rentabiliteit vertonen, zich opofferingen in haar cre- dietpolitiek zouden moeten getroosten ten behoeve van de andere boerenleenbanken, die met hun credietverlening reeds zover zijn gegaan, dat zij alle limites van de crediet beperkingsregeling hebben overschreden. Tegenover deze bemerkingen menen wij het navolgende te moeten stellen: vooreerst is het geenszins de bedoeling, dat de boerenleen banken met vrije credietruimte zich nu ook bijzondere be perkingen zouden moeten opleggen in hun statutaire taak met betrekking tot de crediet- en voorschotverlening ter in standhouding en verbetering van het land- en tuinbouwbe drijf. Wel worden ook deze boerenleenbanken verzochf in het vervolg wat betreft de vorm der crediet- en voorschotverle ning, in zoverre deze beslissend is of al dan niet een (hoger) debetsaldo in de zin van de credietbeperkingsregeling ont staat, waarover hieronder nog een korte uiteenzetting volgt, de grootst mogelijke voorzichtigheid in acht te nemen. Daar naast worden zij verzocht ook rekening te willen houden met de ondervolgende opmerkingen, die handelen over credieten aan gemeenten en over credieten buiten de land- en tuin bouw. Daarbij gelieven deze boerenleenbanken vervolgens in

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 9