8217 thans het beginsel is vastgelegd, dat bedrijfsregelingen als de onderwerpelijke niet uitsluitend op de boerenleenbanken individueel mogen worden toegepast, doch dat daarbij ook moet worden rekening gehouden met de positie van het ge heel der boerenleenbanken. Indien wij nu reeds denken aan het in practijk brengen straks van de wettelijke regeling in zake toezicht op het crediefwezen, verheugt het ons te meer, dat, zij het in beperkte mate, thans reeds tot uitdrukking is gebracht, dat de boerenleenbanken niet alleen op zich zelf staande insfellingen zijn, doch tegelijkertijd gezamenlijk ook een economisch organisme vormen, waardoor de financiële positie van iedere boerenleenbank individueel mede wordt bepaald. Ook uit dit oogpunt verheugt het ons in hoge mate, dat de thans in werking getreden wijziging van de crediet- beperkingsregeling voor onze boerenleenbanken is kunnen worden bereikt. Wij laten thans aan de hand van de inhoud van evenge- noemde circulaire een beschouwing volgen over de beteke nis van de gewijzigde credietbeperkingsregeling voor onze boerenleenbanken. Als gevolg van deze wijziging zal met ingang van 1 Sep tember 1951 hef door de boerenleenbanken, die alle crediet- limites van de credietbeperkingsregeling hebben overschre den, bij De Nederlandsche Bank krachtens Algemene Ver gunning no. 40 D verplicht op te nemen crediefbedrag niet langer uitsluitend worden bepaald door de debiteuren-positie van de desbetreffende boerenleenbank, doch mede door het bij de gezamenlijke boerenleenbanken, leden van onze Cen trale Bank, uitstaand bedrag aan debetsaldi. Ingevolge de nieuwe algemene Vergunning no. 40 D zullen onze boeren leenbanken immers van maand tot maand gezamenlijk nooit meer bij De Nederlandsche Bank behoeven op te nemen dan voortvloeit uit de toepassing van de credietbeperkingsrege ling op de gecombineerde balans van de gezamenlijke boe renleenbanken, zoals deze gecombineerde toepassing in de nieuwe Algemene Vergunning no. 40 D is geregeld. Dat deze wijziging van de credietbeperkingsregeling voor onze boerenleenbanken van groot belang is, springt in het

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 7