8248 uif belastingverhogingen dienen te komen. In Maart en April van dit jaar zijn dan ook door de Regering bij de Staten- Generaal ontwerpen van wet ingediend tot wijziging van de inkomstenbelasting, de loonbelasting, de vermogensbelas ting, de vennootschapsbelasting, de omzetbelasting (weelde belasting), de motorrijtuigenbelasting, de successiebelasting en van de gedistilleerdaccijns. Daar deze ontwerpen inmid dels als wet het Staatsblad hebben bereikt, zullen wij hier onder een beknopt overzicht geven van de belangrijkste be palingen dezer wijzigingswetten en daarbij aangeven de duur waarvoor zij gelden. Immers deze belastingverhogingen moe ten, zoals gezegd, dienen als dekking voor extra-defensie- kosten gedurende de eerstkomende jaren. Het is daarom, dat de meeste dezer verhogingen eveneens slechts voor de eerstkomende jaren gelden. I. Wijziging van kinderaftrek inkomsten-, loon- en vermo gensbelasting. Met ingang van het belastingjaar 1952 (kalenderjaar 1952) vindt voor de inkomsten- en loonbelasting en met ingang van het belastingjaar 1953 (kalenderjaar 1952) voor de ver mogensbelasting alleen nog maar kinderaftrek plaats voor kinderen jonger dan 17 jaar, met dien verstande echter, dat de belastingplichtige ook aanspraak heeft op kinderaftrek voor: a. Kinderen, die 17 jaar of ouder doch jonger dan 21 jaar zijn, tengevolge van gebreken van lichaam of geest ver moedelijk in de eerstkomende drie jaren geen of nage noeg geen inkomsten uit eigen arbeid kunnen verwerven en grotendeels op zijn kosten worden onderhouden; b. Kinderen, die 17 jaar of ouder doch jonger dan 25 jaar zijn, grotendeels op zijn kosten worden onderhouden en onderwijs genieten of worden opgeleid voor een beroep; c. èèn kind, dat 17 jaar of ouder doch jonger dan 21 jaar is, mits reeds voor drie kinderen aanspraak op kinderaftrek bestaat. Deze wijziging van de kinderaftrek geldt voor onbeperkte duur.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 38