8239 n.l. een tijdelijke of noodregeling, voorzover het erom gaat om door bedrijfsvoorschriften aan hef credietwezen algemeen economische en monetaire belangen veilig te stellen. LANDBOUW-ECONOMSSCH NIEUWS. Nederlandse uitvoer, speciaal van agrarische producten. De Nederlandse uitvoer was in het eerste halfjaar van dit jaar aanmerkelijk groter dan in de overeenkomstige periode van 1950. Tegenover een uitvoerwaarde van bijna 2300 mil- lioen in Januari f/m Juni 1950 stond een exportwaarde van ruim 3400 millioen in de eerste 6 maanden van het lopende jaar. Doordat de invoer echter eveneens sterk toenam, werd het te- korf op onze handelsbalans niet geringer; integendeel, het nam toe van ruim 1500 millioen (1e halfjaar 1950) tot meer dan 1700 millioen (1e halfjaar 1951). Van de uitvoerwaarde van 3429 millioen nam de Neder landse land- en tuinbouw bijna 1/3 (32%) voor zijn rekening. Speciaal de uitvoer van veehouderijproducten vertoonde weer een sterke stijging; dit blijkt duidelijk uit het volgende staatje. Uitvoer van (Ned.) agrarische producten (in mill. guldens). Jan. t/m Juni 1951 Jan. t/m Juni 1950 Akkerbouwproducten 271,7 201,1 Veehouderijproducten 669,7 469,1 Tuinbouwproducten 154,3 157,0 Totaal agrarische producten 1095,7 827,2 Het is interessant de uitvoerwaarde van enkele van de be langrijkste land- en tuinbouwproducten in de 6 eerste maan den van dit jaar te vergelijken met de exportwaarde van deze producten in de overeenkomstige periode van 1950 (in mill. guldens). Jan. t/m Juni 1951 Jan. t/m Juni 1950 aardappelen 19,5 36,5 vlas 30,3 24,1 aardappelzetmeel 26,9 21,1 bacon 53,3 36,4

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 29