8238
wordt benoemd. In het herziene artikel 26 is nu alleen opge
nomen, dat de in beroep gekomen credietinstelling in de
gelegenheid dient te worden gesteld om het beroep voor de
Advies-Commissie uit de Bankraad toe te lichten. Ook is een
termijn bepaald, waarbinnen het beroep moet worden behan
deld. Wij zien vooral dit verschil in de inschakeling van de
Raad van State dan wel van de Bankraad, dat, bij aldien de
Kroon zou atwijken van het advies van de Raad van State met
de uitspraak van de Kroon ook het atwijkend advies van de
Raad van State moet worden gepubliceerd. Een dergelijke
beperkte openbaarheid, die wij voor de rechtspositie van
partijen een belangrijke aangelegenheid vinden, is o.i., te
verenigen met een overigens zo discreet mogelijke behan
deling. Het bezwaar van de Memorie van Antwoord tegen
de inschakeling van de Raad van State, n.l. dat de open
baarheid van behandeling in strijd zou zijn met de noodza
kelijke discretie in bankzaken gaat niet op, daar deze open
baarheid van behandeling uitdrukkelijk zou kunnen worden
uitgesloten, zoals in het overeenkomstige artikel (29) van de
Commissie is geschied.
De voornaamste punten, die met de Memorie van Ant
woord inzake het wetsontwerp Toezicht op het credietwezen
aan de orde zijn gesteld, hebben wij hiermede behandeld.
Wij zouden kunnen concluderen, dat na deze uitvoerige
Memorie en de daarbij overgelegde nota van wijzigingen
al heel wat onzekerheden zijn opgeklaard. Het heeft ons een
groot genoegen gedaan te kunnen constateren, dat de her
ziening van het wetsontwerp vooral ertoe heeft geleid, dat
de rechtspositie van credietinstellingen en in het bijzonder
ook van de organen, die eventueel met het toezicht worden
belast, zoveel beter tot haar recht is gekomen. Daarmede
heeft het wetsontwerp stellig het karakter verloren van het
ruwe slaghout, dat daaraan naar zijn oorspronkelijke inhoud
kon worden toegekend. Nog hebben we niet het verfijnde
instrument, dat juist inzake financiële economische politiek
onontbeerlijk is. Een zodanige verfijning vraagt evenwel tijd.
De Regering kan daarop, het is duidelijk, niet wachten. In de
benarde financiële omstandigheden, waarin het land zich be
vindt, moet de regering kunnen optreden. Zij vrage dan even
wel van de Volksvertegenwoordiging niet meer dan nodig is,