8235 Het is duidelijk, dat op het stuk van de reglementerings bevoegdheid partijen nog vrij ver van elkaar staan. In het aanstaande parlementaire debat zal hierover de beslissing vallen; met vertrouwen en belangstelling zien wij dit tege moet. Wij zouden thans nog enige opmerkingen willen maken over de inhoud van de eventueel te geven bedrijfsvoor- schritten. Ook ten aanzien van deze inhoudsbepaling zijn enige wijzigingen in het wetsontwerp aangebracht. De meest opzienbarende is wel deze, dat in artikel 10, lid 5, sub a. is opgenomen, dat, indien bij bedrijfsvoorschritt van De Neder- landsche Bank de minimale omvang van liquide middelen zou worden bepaald, credietinstellingen steeds bevoegd blij ven in plaats van bepaalde voorgeschreven liquide middelen, men denke hierbij in het bijzonder aan het schatkistpapier tot gelijke omvang een tegoed in rekeningcourant bij De Nederlandsche Bank aan te houden. Hiermee zou het be zwaar ondervangen zijn, dat in het bijzonder van de zijde van het bedrijfsleven is naar voren gekomen, dat middels een dergelijk voorschrift, de financieringsbelangen van de schat kist zouden kunnen worden veilig gesteld ten koste van het bedrijfsleven. Wij kunnen echter ten enemale niet inzien, dat de Minister in deze bedoeling is geslaagd en met deze toe voeging is tegemoet gekomen aan de bezwaren van het be drijfsleven, die zich zijn financieringsmogelijkheden zag be dreigd. Voor het bedrijfsleven immers zal het weinig eraan toe doen of de financieringsmogelijkheden van de banken worden vastgelegd in schatkistpapier dan wel in rekening courant-tegoed bij De Nederlandsche Bank; voor het bedrijfs leven komt het slechts er op aan of de financieringsmiddelen al dan niet bij het particuliere bankwezen voorhanden zijn. De interpretatie van de bezwaren op dit punt van het bedrijfs leven en van het bankwezen komt ons dan ook ietwat gefor ceerd voor. Het bankwezen zal doorgaans geen bezwaar heb ben om niet voor bedrijfsfinanciering benodigde middelen in schatkistpapier aan te houden. Daarentegen moet het uit rentabiliteitsoverwegingen wel bezwaar doen gelden om meer dan redelijke bedragen op renteloze rekening-courant bij De Nederlandsche Bank aan te houden. De geboden optie om eventueel schalkistpapier door rekening-courant tegoed

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 25